Geheimzinnige Marcel

2.1K 119 2
                                    

Het is min vijf graden. Met twee broeken aan, dikke handschoenen, een muts op en een sjaal om sta ik op straat. Ik werp een blik op mijn horloge en mijn maag trekt samen door de stand van de wijzers, 3.25 uur in de ochtend. Vlug betreed ik een open portiek en observeer of het veilig is. Als ik ervan overtuigd ben dat er niks of niemand te bekennen is dat een gevaar dreigt te vormen kijk ik naar de omzet van de dag. Mijn mond betrekt maar ik ben tevreden. De vermoeiing begint aardig op gang te komen en ik besluit richting huis te gaan.

De ochtend beleefde ik zoals ik elke ochtend beleef. Tijdens mijn ontbijt wordt de stilte onderbroken door mijn mobiel die twee maal een piepend geluid maakt als aanduiding een sms te hebben ontvangen. Behendig open ik de sms die afkomstig lijkt van Marcel. 'Noor, ik heb ernstig nieuws. Kom als de donder naar school!' Mijn wenkbrauwen schieten automatisch omhoog bij het lezen van de sms. Echter maak ik me niet ernstige zorgen. Marcel was het type dat altijd moest overdrijven, of althans, mijn zorgen en ernst lagen anders dan die van hem.

Op school aangekomen bel ik Marcel op die verteld dat hij in de kantine op me wacht. Ik neem de lift naar de kantine en stap naar binnen. Het was geen pauze en dat was duidelijk te merken. Op Marcel na waren er een paar studenten met elkaar in gesprek en enkele losse studenten waren diep verzonken in de stof van hun schoolboeken. Marcel zwaait naar me waardoor ik direct op hem afloop.
Mijn tas laat ik op een stoel naast me ploffen en richt me dan tot Marcel die me aanstaart. 'Zo, vertel. Wat is er zo ernstig.' Vraag ik terwijl ik mijn vestje recht strijk. Hij knippert even met zijn ogen en kijkt dan erg op zijn hoede om zich heen. Vervolgens buigt hij zich naar me toe. 'Dit mag echt niemand horen. Dat kutwijf is zwanger geraakt van de vorige wijkagent.' Fluistert hij terwijl de woede zich duidelijk laat merken in zijn toon. 'Hebben we het hier over je zus?' Hij knikt terwijl zijn ogen groot staan van woede, zijn gezicht is erg strak. 'Gefeliciteerd dan maar.' Zei ik ongemakkelijk. 'Noor!' Bracht hij gelaten uit. 'Ja, wat moet ik hierop antwoorden. We weten allemaal dat ze geen maagd is. We weten allemaal dat ze niet heilig is. Maar met de wijkagent?' Ik sta op om wat eten te bestellen, terwijl de kantine juffrouw mijn bestelling opneemt vraag ik Marcel of hij ook wat lust. Hij schudt zijn hoofd en geeft me een blik waarmee hij me duidelijk wil maken dat ik als de donder weer op mijn plek moest gaan zitten. Als ik weer naast hem plaats neem zucht hij diep. 'En wat moet ik hier nu verdomme mee?' Ik neem een hap van mijn broodje en haal mijn schouders op. 'Marcel, van vriendin tot vriend. Met alle respect maar doe wat aan die zus van je.' Zijn mond valt open en zijn ogen staan groot. 'Alsof jouw zusje zo heilig is!' Met mijn broodje in de lucht kijk ik hem met samengeknepen ogen aan. 'Hoe bedoel je dat precies?' Vraag ik hem op fluistertoon. Hij haalt zijn schouders op terwijl hij zijn wenkbrauwen fronst. 'Wat ik daar mee bedoel is dat ik zo nu en dan wel eens wat hoor.' Zegt hij alsof zijn neus bloedt. Zonder dat ik het echt besefte grijp ik naar zijn kraag en trek hem overeind terwijl ik in zijn keel druk met mijn hand, steeds meer druk ik zijn keel samen. 'Wat heb jij te zeggen over mijn zusje?' Vraag ik hem nors. Met zijn handen probeert hij me weg te duwen. Hij hapt naar adem, terwijl ik steeds harder knijp. Pas als hij met zijn benen begint te trappen en studenten om ons heen zijn komen staan besef ik waar ik mee bezig ben waardoor ik hem in een keer loslaat. Hij klapt tegen de tafel en hapt ademloos naar lucht.

'Kutwijf.' Brengt hij schor en piepend uit. Weer pak ik hem beet, maar dit keer aan zijn overhemd. 'Je benut die mond van je door mij te vertellen over mijn zusje of ik knip je tong eraf, en dwing je moeder het op te eten.' Hij probeert zich te vermannen waardoor ik mijn grip strakker leg. 'Ben ik niet duidelijk genoeg geweest?' Sis ik. 'Ze was laatst bij mij in de flat. Ze was daar met een jongen.' Vertelt hij kort. 'Is ze bij hem thuis geweest?' 'Natuurlijk niet Noor, ik heb heus wel een oogje in het zeil gehouden hoor!' 'Wat voor jongen is het?' Vraag ik hem streng. 'Ja, wat voor type jongens wonen er nou bij ons in de buurt.' Merkt hij sarcastisch op. 'En dit vertel je me nu pas, nu pas verdomme!' 'Wist ik veel! Kun je me nu loslaten, dit slaat nergens op.' Ik kijk op hem neer en duw hem achteruit. Gauw grijp ik naar mijn tas en been me naar de lift. 'Waar ga je heen, we hebben zo les.' 'Wat denk je dat ik ga doen?' Ik rol even met mijn ogen. 'Noor, nee. Nee, Noor, als je dat maar laat!' Kort kijk ik hem aan. 'En jij gaat mee.' Zijn mond vormt een o. 'O nee, o nee. Ik wil hier absoluut niets mee te maken hebben!' 'Jij hebt hier alles mee te maken, ik moet die jongen vinden. Jij hebt hem gezien, dus je moet mee.'

Marcel steekt de sleutel in het slot van de flat en samen benen we ons naar de lift. Aan zijn houding valt op te merken dat hij dit alles niet zag zitten en met alle tegenzin toch meewerkte. Als de lift er is kijk ik hem aan. 'De tweede verdieping, huisnummer 54.' Beantwoord hij mijn blik. We stappen de lift in. 'Je belt aan en vraagt of hij even mee wilt lopen naar de hal. Als hij je vraagt hoezo vertel je hem dat er een meisje opzoek is naar hem en uit haar beschrijving maakte je op dat ze hem bedoelde.' Met een gefronst voorhoofd luistert hij naar wat ik hem opdraag. 'En wat als hij me vraagt hoe het meisje eruit ziet?' 'Dan beschrijf je haar toch.' Zeg ik alsof ik tegen een debiel praat. 'Jou dus?' 'Jouw IQ is?' Hij zucht gelaten. 'Noor verdomme! Ja of nee?' 'Natuurlijk niet! Waarom denk je dat ik een bivakmuts over mijn hoofd trek, zodat jij me kunt beschrijven? We spelen hier niet "wie is het?"'

Niet veel later komt hij terug, met een sullige knul. Nog voor hij iets kan uitbrengen val ik hem aan.
Ik duw zijn hoofd omlaag die ik met mijn knie tegemoet kom. Met mij knie stoot ik drie keer zijn gezicht. Bij zijn oren trek ik hem overeind en fluister dan in zijn oor; 'laten we het bij drie knietjes houden, de eerst volgende keer dat ik erachter kom dat je in de buurt van mijn zusje komt worden het drie kogels. En ik kan je verzekeren, dat wordt je dood. Pijl recht in de roos.'
Hij haalt me uit in me gezicht, waardoor ik naar achter vlieg. Rennend ga ik op hem af, klem zijn bovenlichaam tussen mijn benen tot hij valt, vervolgens ga ik op hem zitten en begin hem uit te halen.

Marcel die zich boven op de trap had verstopt komt naar beneden gerent. 'Ga van hem af, straks komt er iemand!'
Hijgend kom ik overeind en grijp Marcel bij zijn hand. Zo snel als ik kan ren ik hand in hand met Marcel de straat op. Ik neem alle zijstraatjes en gooi onderweg ergens de muts weg. Als we een eindje verderop zijn denk ik dat we veilig zijn en stop met rennen. Marcel laat zich op de grond vallen terwijl ik mijn handen op mijn achterhoofd plaats en rustig in- en uitadem. 'Je lijkt een rendier, verdomme hé. Kom je hierdoor aan zulke perfecte benen?' Vraagt hij me buitenadem. Ik negeer hem echter en loop met nog steeds mijn handen op mijn achterhoofd om weer op goed tempo te komen. Hij neemt mijn voorbeeld aan en komt naast me lopen in dezelfde houding.
'Noor?' 'Hm.' Hum ik. 'Dat wat er vanmorgen gebeurde in de kantine hé – ik bedoel je zou me toch niet echt wat aan doen?'

Good girls, do bad things Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu