Geld zonder verantwoordelijkheidsgevoel

757 50 5
                                    


De uren in het vliegtuig lijken gauw om te zijn. Ik volg netjes de procedure op als ik eindelijk mijn opa zie. Hij zwaait erg enthousiast naar me, een beter welkom kende ik niet. De rimpels die zich in zijn huid hebben gegraven laten zich duidelijk merken als hij naar me lacht. "Oh dochter van Zina, als ik niet beter wist had ik gedacht dat je Zina zelf was. Naar mate je ouder wordt, hoe meer je op haar gaat lijken." Roept hij hartelijk terwijl hij me stevig omhelst. Mijn opa was een man uit duizenden. Hij was niet zomaar een opa, nee, hij was een man vol gevoel en vol levenslessen. Een man waar ik naar opkeek, toen ik hem belde dat ik naar Marokko zou komen wist hij meteen hoe laat het was. Tijd om het deel van mij dat ik mijn hele leven heb moeten missen op te zoeken.

Na enkele dagen is het dan zo ver, hij was gevonden. Tijd om hem een bezoekje te brengen.

De spanning in mijn onderbuik lijkt toe te slaan. Hij was nu dichterbij dan ooit te voren, ik heb jaren over hem gefantaseerd, jaren gehoopt dat hij toch zou opduiken of op zijn minst iets op mijn verjaardag liet horen. Maar tevergeefs, ik moest het zonder hem doen. Ik kon nooit mee praten over hoe leuk het was met je vader en hoe goed hij voor je opkwam als je moeder ruzie met je maakte. Nooit kon ik zeggen 'ik ben papa's kleine meid'. Maar ach, deed dat me echt wat? Nee, ik had nooit iets anders gekend. Dus het liet me eerlijk gezegd koud. Misschien wel meer dan dat, want iets wat je niet kent, kun je niet missen ook. Maar nu, nu werd het menens, het werd nu echt. Al die jaren dat ik over hem fantaseerde. Alle keren dat me moeder naar me riep 'de blik heb je klakkeloos overgenomen' of dat ik haar soms hoorde bellen met mijn tante waarin ze zei 'Noor heeft zo veel trekjes van hem weg' soms wist ik niet of ze dat zei met haat of om dat het haar gewoon opviel.

Ik word door de ober van het restaurant warm ontvangen. Een restaurant van hoge klasse, mijn moeder had gelijk. Geld had hij wel, maar verantwoordelijkheidsgevoel over zijn kind blijkbaar niet. Ik word begeleid naar het gereserveerde tafeltje.

Eigenlijk wou ik terug lopen, wegrennen, maar ik schoof voorzichtig aan tafel. Hij was er nog niet, mijn voordeel.

Een grote lange man valt me op, hij maakt een babbeltje met de werknemers en loopt vervolgens naar het tafeltje waar ik zit. Uit respect stond ik op, we keken elkaar enkele seconden aan zonder wat te zeggen. Tot hij met stevig tegen zich aan trekt. "Mijn dochter, wat ben je mooi!" Zo blijft hij dit soort dingen zeggen, maar ondertussen heb ik mijn armen nog niet om hem heen geslagen.

Als we weer aan tafel gaan blijft hij me met grote ogen aankijken. "Je bent een wonder. Ik durf niet te geloven dat jij van mijn vlees en bloed bent." Sprakeloos blijf ik hem aankijken. "Je hoeft niet bang voor me te zijn." Merkt hij bezorgd op. Ik ben voor niets en niemand bang, kaats ik de bal terug. Hij trekt zijn ogen tot spleetjes en knikt. "Hoe gaat het op school? Of zit je niet meer op school?" Jawel, ik zit op de universiteit. Zijn blik geeft duidelijk aan dat hij onder de indruk is. "Hoe betaal je die?" Maak jij je daar echt druk om? Vraag ik hem nonchalant. "Je bent mijn dochter, tuurlijk doe ik dat." Roept hij verontwaardigd aan. Een klein lachje schiet bij me los. Daar ben je dan wel een paar jaar te laat mee hé. Merk ik sarcastisch op. Hij kucht en kijkt me vervolgens strak aan. "Hoe gaat het met Zina?" Gaat prima. "Al hertrouwt?" Vraagt hij tussen neus en lippen door. Zina is een prachtige vrouw, wat denk je zelf? Vraag ik hem vol sarcasme. Zijn gezichtsuitdrukking geeft aan dat hij het pijnlijk vindt. "Ze is meer dan alleen een prachtige vrouw. Het is een engel, mooi, lief, zorgzaam. Ze is geduldig en zeer gewaardeerd. Voor alle duidelijkheid, ik houd nog steeds van Zina en dat zal altijd zo blijven." Ik knik. Je vrouw heeft haar blijkbaar niet weten te overtreffen. "Ik vraag me af of er ooit een vrouw zal kunnen zijn die haar overtreffen kan." Vast niet.

We blijven het over mijn moeder hebben, zijn huidige vrouw, mijn zusjes en broertje en zijn andere kinderen.

Ik vond het overbodig om hem nu nog te confronteren met het verleden, hem gaan vragen waar hij al die tijd was. Op een dag zal hij zichzelf wel tegen komen. Zoals hij mij heeft laten zitten, ik had het hem vergeven.

Voor de volgende dag stond er weer een afspraak, maar dit keer op zijn werk.

Good girls, do bad things Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu