Nieuwsgierigheid

702 38 8
                                    

De digitale klok gaf 5.21 uur aan, ik gaap lang maar probeer helder te blijven. Faissal draait een joint zoals gewoonlijk.

"Zijn we er al bijna?" Ja, waar moet ik je afzetten? "Zet me af in west."

In west aangekomen zet ik de auto aan de kant en wacht tot Faissal uit stapt, alleen lijkt dit langer te duren dan verwacht.

Stap je nog uit of hoe zit het? Vraag ik hem verontwaardigd. "Ja, laat me deze joint even afmaken." Zegt hij terwijl hij druk bezig is met draaien.

Waarom zoveel jointjes, sinds wanneer? "Sinds ik er behoefte aan heb. Hij tikt mijn arm aan, en zegt me gedag. Niet veel verder op besluit ik in een hotel te overnachten. Er is teveel gebeurd deze nacht.

Schietpartij, naar België gereden, auto's spoorvrij gemaakt, in afgesloten garages. Nieuwe auto's geregeld en weer teruggereden.

Als ik in bed lig vraag ik mezelf af hoelang dit staand zal houden. De risico's komen steeds dichterbij, gevaren staan op elke hoek en vertrouwen was ver te zoeken, heel ver. Misschien kon ik mezelf niet eens vertrouwen. Een akelig gevoel dringt tot me door, ik besefte me dat ik mezelf niet meer in de hand had.

Op dat moment rinkelt mijn telefoon, de ruimte is uiterst stil, de ringtone klinkt scherp en helder. Enkele ogenblikken blijf ik staren naar het toestel dat enkele keren overgaat. Waarom ik niet opneem is ook voor mezelf niet helemaal helder.

De ringtone zorgt voor de nodige spanning, ik voelde hoe heftig het er aan toe ging in mijn buik. Ik voelde hoe gespannen ik er van raakte. Maar ergens was het een kick, ergens voelde ik me sterk. Zonder enig besef scheen er een grijns op mijn gezicht. 'Wie mij niet groot heeft gebracht, zal mij nooit klein krijgen.' Sprak ik tegen mezelf alsof ik mezelf ergens van overtuigde.

De volgende morgen waste ik mezelf en nam plaats aan de ontbijttafel in de eetzaal. Als ik van de jus' du Orange geniet kijk op mijn telefoon. Ik zie dat Safouane me gister belde. En vandaag had ik een sms te pakken van Faissal. 'Shar, 12.00 uur bij coffeeshop west."

Zo te zien had ik nog anderhalf uur, op mijn gemak ontbijt ik en rij later naar Faissal.

Hij staat al op me te wachten als ik aankom rijden. "Lekker geslapen?" Heerlijk, jij? Vraag ik hem op mijn beurt. "Ik heb niet geslapen." Ik trek mijn wenkbrauwen omhoog en kijk hem moeilijk aan, hoezo niet? "Ik slaap niet voordat ik weet wie op ons heeft geschoten." Een sarcastische lach laat ik los, dus jij hebt je zelf de slaap ontnomen en bent nog geen haar wijzer? Merk ik sarcastisch op.

Ook hij moet nu lachen. "Waar gaan we nu heen?" De schietbaan. Hij betrekt zijn gezicht, maar geeft voor de rest geen kik.

In de schietbaan valt ons op dat er niemand is. Een jongeman die ik wel vaker zag spreekt ons aan. "Michael is er niet, de baan is ook nog gesloten. Ik ben hier om schoon te maken." Ik knik en neem de jongen in me op die een dweil in zijn hand beet heeft.

De jonge schat ik een jaar of 19. Zijn donkerblonde krullen vallen net niet voor zijn donker grijze kijkers. Hij is erg verlegen en aan zijn houding te merken weet hij eigenlijk niet te handelen.

Ik wil het hem gemakkelijk maken door voor te stellen niets aan te raken en geduldig op Michael te wachten. Het is te merken dat hij opgelucht raakt van mijn voorstel.

Als de jongen verder gaat met zijn schoonmaak besluiten Faissal en ik een rondje te lopen door het gebouw.

"Wat is hier?" Ik kijk op en zie dat Faissal voor een deur staat, hij drukt de klinker naar beneden waardoor de ruimte zichtbaar wordt. Ook ik kom nu kijken en merk al gauw dat we in de ruimte staan die Michael hoogstwaarschijnlijk gebruikt als kantoor.

Nieuwsgierigheid wordt ons de baas, we bekijken de portretten die hangen aan de muur, bekijken de beeldjes die staan op de kastjes en bladeren door de brieven die op zijn bureau liggen. Faissal komt tussen de brieven een stapel foto's tegen. Ik schenk hier geen aandacht aan en doorzoek een kastje, ik kom enkel wat kogels tegen en een paar brieven.

Als ik het kastje weer wil dicht doen lukt dit niet. Ik open het kastje opnieuw en probeer alles zo neer te leggen dat de deurtjes ditmaal wel zullen sluiten. Terwijl ik hier druk mee bezig ben valt mijn oog op een klein doosje, onopvallend staat deze tussen de rest van alle troep. Voorzichtig reik ik mijn hand er naar uit, ik open het doosje maar heb geen tijd om er naar te kijken door Faissal die me laat schrikken.

"Shar, we gaan weg hier. Foute boel!" Sist hij me haastig toe. Zo snel als ik kan stop ik het doosje terug en sluit de deurtjes. Als ik overeind ga staan hoor ik dat iets valt.

"Wat was dat?" Vraagt Faissal me kort ademend. Ik draai me in een ruk om en zie het glinsteren, een gouden ring met een grote rode steen die glinstert als een diamant.

Good girls, do bad things Where stories live. Discover now