Meterkast

596 46 7
                                    

De wekker gaat, ik sla de lakens van me af en stap de douche in. Ik neem de tijd, trek mijn kleding aan en ga naar de eetzaal. Safouane eet geconcentreerd zijn ontbijt als ik bij hem aan tafel schuif. Hij houdt zijn kopje koffie in de lucht. 'Goede morgen Shahira.' 'Goede morgen.' Hij glimlacht kort en zet het kopje dan aan zijn lippen. Ook ik begin aan mijn ontbijt. Terwijl ik met mes en vork mijn ontbijt bewerk voel ik zijn kijkers op mijn huid branden. Ik stop met snijden en kijk hem aan. 'Kun je het zien?' 'Ik heb prachtig uitzicht.' Zegt hij goedkeurend terwijl hij nog een slok van zijn dampende koffie neemt. Verveelt haal ik mijn wenkbrauwen hoog en eet mijn ontbijt.

'Is het nog ver rijden?' Vraag ik hem na een uur. 'Je bent ongeduldig.' Zijn houding begint me mateloos te ergeren. Hij gedraagt zich als een robot. Ik merk dat ik met mijn ogen rol terwijl ik een cd uitzoek. Eindelijk komen we aan, jeetje de laatste keer dat ik zolang in een auto heb gezeten was toen ik spul afleverde. 'We zijn weer terug in Nederland.' Merk ik op. 'Dat heb je heel goed gezien.' Hij kijkt strak voor zich uit. 'Wat doen we hier?' 'Nee, wat doe jij hier, zal je bedoelen. Nou Shahira, het kost namelijk enorm veel om met zijn alle aan Fatima te werken. Vooral nu ze liegt heb ik er moeite mee. Emilio heeft nog last van zijn verwondingen, dus jullie twee mogen ander soort werk gaan doen. Je rijdt Emilio naar klanten toe. Meer hoef je niet te doen. Emilio neemt contact met je op. Ik bel je over 48 uur om af te spreken. Je moet direct beschikbaar zijn, ik praat je bij, ik zal een plan opstellen die je kunt aanvullen indien nodig. Uiteraard hebben we een plan B als het fout gaat – wat niet zal gebeuren. Bij noodgevallen bel je, is er geen noodgeval, bel je niet.' Ik knik en zeg hem ijzig gedag. Als ik uitstap rijdt hij met piepende banden weg.

Doodmoe parkeer ik de auto voor de flat. De afspraken met de klanten waren vermoeiend geweest. Ik stap uit en gooi het portier soepel dicht. Ik bel aan en er wordt opengedaan. Nog voor ik de lift uitstap wordt ik besprongen door Khalid. 'Nora!' Zijn schrille stemmetje dat altijd overslaat, god wat had ik dat gemist! Ik beantwoord zijn omhelzing door hem op te tillen. Hij drukt zonder pardon een zoen op mijn lippen en legt zijn hoofd dan op mijn borst. 'Ik heb je gemist.' Fluister ik. 'Ik jou ook.' Zegt hij terwijl hij geniet van het moment. 'Waar is mama?' 'Bezig met een meneer.' 'Een meneer?' Vraag ik hem stomverbaasd. Hij knikt. Alle vreugde lijkt weg te sterven. Ik loop met voetstampen richting mijn huis met Khalid nog steeds om mijn hals.

Ik tref mijn moeder in de keuken. Haar ogen worden groot als ze mij ziet. Ze legt beide handen op mijn bovenarmen. Haar gezicht betrekt een beetje als ze me goed opneemt. 'Je bent er weer.' Fluistert ze. 'Ja.' Verzucht ik. 'Je ziet mager.' 'Wie is die man waar Khalid het over heeft?' Ik was niet van plan om er om heen te draaien en was doelgericht. Haar opmerking veegde ik hierdoor ook meteen van de tafel. 'De buurman van de overkant.' De toon waarop ze het bracht bevalt me niet, ze was zichzelf aan het verdedigen. 'De buurman van de overkant.' Herhaal ik tragisch. 'Ja.' Ze snuift. Haar handen glijden van mijn armen en richten zich weer tot het kokende water. 'Wat komt hij doen?' 'Hij bekijkt even de meterkast.' 'Want?' 'Gister viel de stroom uit.' Verontwaardigd kijk ik haar aan. 'Ik geef je genoeg geld om daar iemand voor in te huren.' Sis ik.
'Hallo.' Ik draai me om en kom oog in oog te staan met een licht getinte man. Hoogstwaarschijnlijk van Marokkaanse afkomst, ik schat hem begin veertig. Hij glimlacht jongensachtig en zag er ondanks zijn versleten spijkerbroek en zijn "zondagstrui" toch erg mannelijk uit. 'Hallo.' 'Ik ben..' 'Is het gelukt met de meterkast?' Onderbreek ik hem. Zijn gezicht staat serieus en zijn glimlach is weggetrokken. 'Ja.' Beantwoord hij kort. 'Mooi, bedankt. Wat kost het?' 'Nora.' Valt mijn moeder me in de reden. Ik kijk haar strak aan. 'Hij repareert je meterkast. Je dacht toch zeker niet zonder reden?' 'Nora!' Haar dreigende toon negeer ik volkomen terwijl ik me weer richt tot de man. 'Of niet soms?' Vraag ik hem. 'Nee, ik deed het graag voor je moeder. Buren onderling.' Brengt hij een tikkeltje ongemakkelijk uit. 'Buurman, blijf bij mijn moeder uit de buurt. En dat is geen verzoek.' Khalid bekijkt de situatie in angst toe. Ik trek hem tegen me aan en kijk de man dan strak aan. 'Je weet de uitgang vast te vinden.' 'Ik laat hem wel uit.' Mijn moeder houdt ik tegen door een arm uit te strekken die haar naar achterdrukt. De man knikt en loopt dan weg.

'Waar gaat dit in godsnaam over!' 'Als jij het nog eens in je harses haalt een man binnen te laten in dit huis of contact te leggen met een man, dan gaat dat je zuur komen te staan! Heb jij me gehoord?' Met grote ogen kijkt ze me aan. Ze heft haar hand en ik merk snel dat ze me zal slaan. Ik grijp haar beet bij haar pols en druk hier in. Haar mond valt open terwijl ze naar adem hapt. 'Je. Je hebt. Je hebt me nog nooit..' Hapert ze. 'Heb ik je ooit tekort gedaan? Tegen gesproken, je neerbuigend aangekeken of je tegen gehouden om me te slaan?' Ze reageert niet. 'Maar een andere man in dit huis, is absoluut tegen de regels. Vindt je het niet al erg genoeg dat ze opgroeien zonder vader? Hun vader in de gevangenis moeten bezoeken? Maak het allemaal niet erger dan het is.' Ik stuur Khalid naar zijn kamer en zet thee voor mijn moeder die verslagen plaats heeft genomen aan de keukentafel. Als ik de mok voor haar neerleg schudt ze haar hoofd. 'Het spijt me.'

Good girls, do bad things Où les histoires vivent. Découvrez maintenant