Een zere hand

802 59 1
                                    

Het is een regenachtige dag, college volgen lijkt eerder op een straf uitzitten. Mijn hand die ik vannacht tegen de muur heb geslagen tintelt zo erg dat ik het er benauwd van krijg. "Hey gaat het wel?" Vraagt Faris me bezorgd. Prima, snauw ik hem af. Hij schrikt van mijn reactie en kijkt op. "Nora?" Laat me nu maar even oké. Ik richt me weer op de laptop die voor me staat. Hij staart me nog even na maar besluit vervolgens verder te gaan met het volgen van college.

Als de pauze dan eindelijk is aangebroken bind ik mijn lokken in een hoge staart vast. Grijp naar mijn laptop en andere spullen en loop de zaal uit.

Als ik mijn warme chocolade melk sta te bestellen hoor ik hem achter me zuchten. Ik negeer dit en loop naar een tafel en neem plaats. Zoals verwacht schuift hij aan. Door met mijn ringen te spelen ontweek ik oogcontact. "Wat is er met je hand gebeurd?" Vraagt hij me opeens geschrokken terwijl hij zijn hand naar de mijne uitsteekt. Zo gauw als ik kan haal ik mijn handen van tafel waardoor ik mijn zere hand tegen het tafelblad stoot. Mijn kaken klem ik op elkaar, pijnlijk. "Ik vraag je wat!" Roept hij verontwaardigd. Er is niks. Zeg ik kortaf. "Zie je Nabil vandaag?" Vraagt hij me enkele minuten later op een kalme toon. Ik knik. "En wat voor excuus ga je bij hem gebruiken als hij je vraagt wat er met je hand is?" Gestoten tegen de tafel op school, antwoord ik kort. Een glimlach siert zijn mond, ook ik laat nu een lachje zien. "Je bent ongelofelijk weet je dat Nora?" Ik begin zwakjes te lachen, schudt mijn hoofd en zeg hem dat we college hebben.

Eindelijk slaat de klok 16.00 uur, gehaast zeg ik Faris gedag die me nog veel plezier wenst.

Als ik het terrein afloop zie ik de auto van Nabil al staan. Ik stap, we groeten elkaar en praten over elkaars dag. De regen is inmiddels gestopt dus besluiten we een wandeling te maken in het park.

De wind bespeelt mijn lokken, mijn lokken dansen op het ritme van de wind. De bladeren ruisen over de grond terwijl de bomen heen en weer bewegen. De natuur was prachtig, ik kwam er tot rust. Zo diep als maar kan snuif ik de zuivere buitenlucht in me op. Hij pakt mijn zere hand vast, zo hard als maar kan bijt ik op de binnenkant van mijn wang, uiteindelijk trek ik mijn hand weg. We lopen op een pad tussen hoge bomen in. De regenbui slaat weer zijn slag, het begint steeds harder te regenen. Mijn haar plakt zich aan mijn gezicht vast, Nabil's kapsel is inmiddels al plat geregent.

Hij slaat zijn armen om mijn middel en trekt me dichter tegen zich aan. Ik zie hoe zijn blik op mijn lippen is gericht. Hij buigt zich steeds meer naar me toe. Met zijn hand gaat hij over mijn gezicht heen, hij raakt me net niet aan zijn hand is een millimeter van mijn gezicht verwijderd. En dat zorgt voor duizenden tintelingen, een snelle hartslag, een zeer bijzonder gevoel. Zijn duim gaat langs mijn neus tot aan mijn lippen. Nog steeds is er geen sprake van aanraking, tot hij zijn hand in mijn nek plaatst. Zijn zachte, tedere lippen voel ik op de mijne. Voorzichtig voel ik zijn tong mijn mond binnen dringen die opzoek naar mijn tong is. Een gevoel van warmte omringt me, ruspen in mijn buik die zich tot vlinders lijken te ontwikkelen. De regenbui wordt versterkt door het donderslag. Buitenadem halen we elkaars lippen van elkaar af.

Good girls, do bad things Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu