Zoekend naar een bevestigend teken

764 49 13
                                    

Glimlachend kijkt hij me aan. "Hij wordt beschermd door de overheid, en door wie wordt jij beschermd lieverd?" Je zet het uit je hoofd hoor je me. Hij bijt in zijn onderlip, "eerst genees jij. Later praten we verder." Genezen? Mijn arm wordt hoogstwaarschijnlijk geamputeerd breng ik er verveeld uit. Zijn kijkers lijken zich tot bonken te vormen. "Je bedoelt dat je arm ervan af moet?" Uitdrukkingloos knik ik ja. "Ga weg, die arm blijft mooi hangen! Met wat plastische chirurgie trekken we ook alle littekens weg." Lachend schud ik mijn hoofd. "Je kunt lachen, maar we doen het echt." Safouane, we kunnen veel kiezen, veel willen en veel hebben. Maar vergeet niet dat sommige dingen niet altijd kunnen gaan zoals wij dat willen. Werp ik hem toe. Hij kijkt me doordacht aan. "Jouw arm blijft, we gaan hem mooi maken alsof er nooit iets is gebeurd." Zegt hij vast beraden.

Een klein lachje ontsnapt uit mijn mondhoek terwijl ik de televisie aan doe. Hij ijsbeert wat door de kamer heen, ik begreep eigenlijk niet wat hij hier precies deed. Dus negeerde ik hem maar gewoon.

"Nora?" Verveelt haal ik mijn blik van de televisie beelden en richt me tot Safouane. "Ik. Ik." Stamelt hij enkele keren. Ik frons mijn wenkbrauwen, jij wat? Vraag ik hem. "Ik moet gaan." Ga dan. Frons ik hem toe. Hij knikt en loopt met grote passen naar de deur. Als hij de deur heeft open getrokken werpt hij nog een blik naar achter. "Ik houd van je Nora, ik houd van je."
Hij schudt zijn hoofd en verlaat de ruimte.

Mijn ogen nemen de ruimte in hun op terwijl Safouane's woorden nog in mijn trommelvliezen na galmen. De televisie druk ik geïrriteerd uit.

De volgende morgen word ik vroeg gewekt door de zusters. Mijn bed wordt verschoond, ontbijt wordt klaargelegd en mijn medicijnen mag ik weer in overdosis slikken.

"Goede morgen mevrouw." De stem van de dokter klinkt schor. Goede morgen, piep ik terug. "Hoe maakt u het?" Ik heb last van mijn arm. "Hebt u pijn?" Ik knik. "Kunt u misschien aanwijzen waar u pijn heeft?" Alles doet pijn, zeg ik geïrriteerd. Het was vreselijk om niets te kunnen doen met je arm. "Kunt u de pijn omschrijven?" Ik werd een beetje moe van al die vragen, al die medicijnen. Ik miste mijn huis, ik miste de vrijheid en ik miste het leven zonder medicijnen, duizeligheid en allerlei apparaten die aan me vast zaten.

Toch beantwoord ik de vraag die de dokter me stelde, mijn arm voelt gewoon heel zwaar aan. Alsof het een last is. Breng ik moeizaam uit. Hij knikt en kijkt me dan spijtig aan. "Amputatie, ik geef je arm twee weken de tijd. Anders zijn we genoodzaakt je arm te amputeren." Ik knik en haal diep adem.

Turend kijk ik uit het ziekenhuis raam, het uitzicht stelt niets voor maar ik kan er goed in wegdromen. 'Zou ik met maar één arm kunnen leven? Zou ik dat werkelijk kunnen? IJdelheid, stijl en mode. Mijn uiterlijk was altijd belangrijk voor me geweest. Het zou niet meer het zelfde zijn, alles behalve. De ringen zou ik weg moeten doen. Mijn horloges en armbanden het zou niet meer het zelfde zijn.

"Noortje?" Mijn moeders stem weet me uit gedachte te halen. "Meis je ziet er zwakjes uit, kom gauw in bed liggen!" De bezorgde toon klonk vertrouwd. Zoals ze van me vroeg ging ik liggen op bed. Ze is druk bezig met mijn kamer een beetje vrolijk te maken. Bloemen worden in vazen gezet, een groot knuffelbeer zet ze neer op mijn bed.

Terwijl ze druk bezig is volg ik haar aandachtig met mijn ogen. Mam? "Hm?" Zegt ze neuriënd. Stel je voor hé, iets zou drastisch aan mij veranderen. Zou je mij dan anders gaan bekijken? "Hoor ik nou dat mijn Nora onzeker is?" Vraagt ze sarcastisch. Nee, nee. Dat niet, maar ik wil niet dat je een ander beeld van me krijgt, wat er ook gebeuren mag. Ze kijkt me met spleet ogen aan, stopt waar ze mee bezig was en komt langzaam op me afgestapt. "Moet ik iets weten?" Vraagt ze me voorzichtig.

Ik neem de lakens tussen mijn vingers en bespeel deze terwijl ik naar mijn eigen handelingen kijk. Het was moeilijk om haar te vertellen dat mijn arm hoogst waarschijnlijk werd geamputeerd. Geen enkele moeder zou er mee kunnen leven. Maar ik wou het niet pas op het laatste moment melden, nu kon ze zich er nog naar toe werken.

Mam, neem even plaats. Haar ogen nemen een aparte vorm aan terwijl ze haar wenkbrauwen fronst. Ze neemt plaats en verzoekt me door te gaan. Als eerst wil ik je vertellen dat je je nergens druk om hoeft te maken, ik verzoek je alleen mij op dezelfde manier te aanschouwen. Ten tweede wil ik je vragen rustig te blijven, geen hysterische reacties, ze zijn nergens voor nodig. De spanning is van haar gezicht af te lezen.

Zina, ik wil je bedanken. Bedanken voor alles. Je hebt mij op aarde gebracht, je baarde me vol pijn passie en liefde. Je hebt me gedragen, daar ben ik dankbaar voor. Tijdens mijn opvoeding heb je me alles proberen te geven, ondanks dat dit niet altijd wilde lukken was ik ervan bewust dat je alles gaf wat gegeven kon worden. Je bracht me op aarde, gezond. Met alles erop en eraan, maar over twee weken is het mogelijk dat dit niet meer het geval zal zijn. Het is hoogstwaarschijnlijk dat mijn linkerarm geamputeerd moet worden.

Met grote kijkers kijkt ze me aan, ze begint op haar gezicht te slaan en om zich heen te slaan. Ik schud mijn hoofd, ik kan het haar niet kwalijk nemen, ze is een moeder.

Mam! Ze stopt en kijkt me aan, met kleine passen loopt ze op me af, haar hand glijdt langs mijn wang, alsof ze me aan het ontdekken is. Haar vingers maken een cirkel rond mijn ogen terwijl haar handpalm op mijn lippen is gedrukt.

Mam, het is goed zo. Ooit moest ik gestraft worden, ooit. Hoe vaak heb ik je aan het huilen gemaakt? Hoe vaak heb ik gezondigd en hoe vaak overtrad ik regel na regel? Komaan mam, dit is het leven. Probeer ik haar op te beuren. "Je lijkt er zo koeltjes onder te blijven. Hoe doe je dat toch? Ben jij dan nooit bang, nooit verdrietig, ben je dan werkelijk emotieloos? Ik heb je sinds je kinderjaren niet zien huilen. Nora, je hoeft je niet groot te houden." Dat doe ik ook niet, ik accepteer dingen die niet veranderd kunnen worden, ik blijf gewoon realistisch. Doordacht blijft ze me aanstaren. Alsof ze iets probeert te begrijpen, alsof ze op zoek is naar iets, een leven. Een ziel, een teken van gevoel. Een teken dat bevestigd dat ze een mens en geen monster heeft gebaard.

De dagen in het ziekenhuis verlopen vermoeit. Secondes lijken minuten en minuten leken uren. Nabil was sinds die dag niet meer op bezoek geweest, Safouane, Marcel, Marouane en Faris kwamen regelmatig.

Mijn zusjes en broertje kwamen altijd langs als ze van school kwamen. Het deed me goed om ze te zien. Ze hadden altijd veel te vertellen, hun leken de situatie nuchter op te vatten. Ze wisten dat het nare gevolgen met zich mee kon brengen, maar ze bleven hetzelfde. We voerde nog steeds dezelfde gesprekken en ze kwamen nog steeds naar me toe om me met dingen te confronteren. Dingen te vertellen die ze bewonderde en uiteraard hun schoolresultaten bleven we bespreken. En mijn moeder? Om haar begon ik me steeds meer zorgen te maken.

Good girls, do bad things Where stories live. Discover now