Vrijkopen

389 29 4
                                    

Even blijf ik naar mijn mobiel staren. Marouane is iemand uit de buurt waar ik goed mee omga, maar dit is te bizar voor woorden. Een wapen? Waar ziet hij me vooraan? Als een wapen-dealer? En hoe stom kun je zijn door mij te sms'en met zo duidelijk taalgebruik. Geen codewoord, geen signaalwoord, helemaal niets. Vooral mijn volledige naam hierin vermelden, ergens word ik gewoon boos om dit. Omdat hij slordig werk verricht moet ik daar voor opdraaien? Mij betrekken in een zaak waar ik niets mee te maken heb en ook zeker niets mee te maken wil hebben, hoe haalt hij het in zijn hoofd?

Nog steeds staar ik naar mijn mobieltje, inmiddels is de sms vervangen door het zwarte beeld. Ik weet niet zo goed wat ik moet denken hiervan. Hem helpen gaat me een hoop ellende bezorgen. Maar hem laten zitten kan niet. Voordat ik een beslissing kan nemen, zie ik dat het zwarte beeld verdwijnt. Een inkomende oproep, privé. Zal ik opnemen, of zal ik mijn telefoon op stil zetten en proberen te slapen? De inkomende oproep verdwijnt. Gelukkig. Toch houd ik er een naar gevoel aan over. Weer heb ik een inkomend gesprek.
Na twee keer overgaan, besluit ik toch op te nemen. 'Noor, kom alsjeblieft met drieduizend euro naar het schoolplein.' De gelegenheid om te antwoorden is er niet, er wordt vrijwel direct weer opgehangen. Fuck! Ik moet hem vrij kopen, dat weet ik zeker. Hij wordt vastgehouden. Ik hoor het aan zijn stem. Hij wordt onderdrukt. Maar het schoolplein? Iemand vrij kopen op een schoolplein? Meestal zijn de locatie van geldoverdracht en het vasthouden van iemand verschillend. Ben ik te lang weggeweest of gaat dit om onervaren gasten? Argwaan is het enige waar ik op dit moment last van heb. Op zoek naar een zwarte broek, zwarte coltrui en een zwartleer jasje. Snel verhul ik mezelf in de zwarte kleding. Drieduizend euro, voor de zekerheid tel ik het na. Zoveel contant geld ligt hier niet, hij heeft geluk dat het niet om een torenhoog bedrag gaat. Al het geld ligt of in een kuis of staat op de bank ergens in het buitenland. Tijdens het tellen van de drieduizend euro besef ik me, dat ik geld moet ophalen, zoveel ligt hier niet meer. Een snelle blik werp ik in de spiegel. Ik vind het een beetje moeilijk om zo naar mezelf te moeten kijken, de voornemens waren om nooit meer deel te nemen aan iets wat ook maar een beetje rook naar criminaliteit. En nu dringt het echt tot me door, ik ga gewoon geld brengen naar een snotaap die grammetjes verkoopt. Hoogstwaarschijnlijk een loopjochie dat zichzelf niet wil laten kennen en denkt dat hij de baas van deze wijken is. Loopjongen of niet, iemand onbewapend vrijkopen, kan je duur komen te staan. Daar breek ik alweer een regel. Ik steek het wapen in de binnenzak van mijn jasje en loop zo stilletjes mogelijk de deur uit.

Op het schoolplein aangekomen, kijk ik om me heen. Niemand te bekennen. Het is middernacht zie ik op mijn horloge. Ik loop een rondje, maar er is niemand. "Marouane bellen", galmt er door mijn hoofd. Als ik mijn mobieltje uit mijn broekzak wil hijsen zegt mijn intuïtie dat ik moet omkijken. De spanning in mijn lijf heb ik niet meer onder controle. Het is zo donker, de lantaarnpalen staan uit. Er is geen verlichting. Ik draai me om en voel dan een enorme klap op mijn achterhoofd. Stilte. Hoofdpijn. Fuck ik heb hoofdpijn. Ik voel mijn achterhoofd tintelen. Mijn ogen krijg ik met veel moeite open. Het is erg donker hier. Waar ben ik? Wat is er gebeurd? Marouane. Schoolplein. Geld. Ik was onderweg naar Marouane. Wat doe ik hier? Ik voel dat ik weer weg begin te doezelen. Vaag hoor ik stemmen. De personen komen of dichterbij, of ik word helder. 'Wat moet ik met ze doen?' 'Hebben ze het geld?' Wordt er boos gevraagd. 'We hebben ze nog niet onderzocht.' Er wordt iemand hard tegen de muur geduwd en nog geen seconden later wordt de deur van de ruimte waarin ik me bevind open gegooid. Het licht gaat aan. 'Deze twee?' 'Ja.' Ik kijk naast me en zie dat Marouane naast me ligt. Hij is nog buiten westen. Mijn handen en voeten zijn vastgebonden en met mijn gezicht lig ik naar de muur toe. Ik voel de blikken op mijn rug branden. Ruw word ik overeind gehaald. Nog voordat ik de persoon aankijk, die me vast heeft, word ik losgelaten. 'Shahira?'

Good girls, do bad things Where stories live. Discover now