Als ik jou dood zou willen, dan was je dood

747 41 31
                                    

'Benito.' Hij glimlacht. 'Je lijkt onder de indruk van mijn komst. Hoe komt dat?' Bedenkelijk blijft hij me aankijken. 'Maak je punt.' 'Is er een punt dan?' Daag ik hem uit. 'De laatste keer dat je Safouane en mij bent tegen gekomen, hadden we een erg kort gesprek. Je had waardering voor het feit dat ik vertrouwen in je had maar wou verder niets meer met deze wereld te maken hebben.' Ik knik instemmend. 'Dus wat is nu je punt bonita?' Hij zucht. 'Je beweert misschien wel dat je bent veranderd maar denk je dat het me niet is opgevallen dat Iwan een bloedend voet had?' Hij kijkt achterom, doelend op de druppels bloed. 'Begrijp me niet verkeerd, ik beschuldig je nergens van.' Knikkend kijk ik hem aan. 'Iwan was onder de indruk van mijn bestaan. Hij dacht dat ik dood was. Grapje van jou?' 'Als ik jou dood zou willen, dan was je dood.' Antwoord hij sissend. 'Laat mij met rust. Ik ben klaar met dit alles.' Antwoord ik. Zijn wenkbrauwen schieten omhoog. 'Jij staat weer bij mij voor de deur, niet andersom.' 'Waarom heb ik het idee dat dit me blijft achtervolgen?' 'Shahira, je kunt blijven vluchten. Maar dit is waar jij vandaan komt. Alles heb je te danken aan dit. Jij weet niet beter. Wat denk je, dat je nu opeens een kantoorbaan kunt nemen? Tegen wie sta je te liegen? Je hebt vast en zeker nog geld liggen, maar stilstaand geld, groeit niet. Het zit in je om een rebel te zijn. Daar kun je akkoord mee gaan, of niet.' 'Op tijd stoppen. Daar zou jij eens wat mee moeten doen.' Kaats ik de bal terug. Hij grinnikt. 'Hoe oud ben jij? 30? Misschien niet eens. En nu wil jij mij vertellen dat je genoeg geld hebt van de rest van je leven? You wish! En dan nog iets. Jij bent een strijd aangegaan, jaren geleden, die nog niet uitgestreden is. Neem contact op met Safouane. Hij gaat je verder helpen. Ik ga verder slapen. Tot gauw Shahira.' Nog zonder iets te zeggen loopt hij de ruimte uit.

De man die de deur achter Benito sluit blijft even in de ruimte staan, knikt naar me en geeft me een visitekaartje. 'Het is handig als je hem op dit nummer belt. Safouane is erg druk, dus langs kantoor gaan heeft geen zin.' Ik neem het kaartje van hem aan en nog zonder wat terug te zeggen loop ik naar de uitgang.

Als ik buiten sta besef ik pas wat er allemaal aan de hand is, fuck! Volgens mij loop ik nu al een kwartier. Het wordt al steeds lichter. Hoe laat zou het zijn? En waar ben ik in godsnaam in beland? Mijn telefoon is uitgevallen, ik heb geen besef van tijd noch van plaats. Het lange pad van grind, er lijkt maar geen eind aan te komen. Heel dat pokkeneind gelopen, zonder resultaat. Geen bushalte of ander teken van openbaar vervoer. Na vijf minuten zie ik eindelijk een bord uitsteken, dat moet van de bus zijn! Althans dat hoop ik vurig. Hoe dichterbij ik kom, hoe zekerder ik het weet. Openbaar vervoer, hier moet ik zijn. Voor ik de bus instap, kijk ik goed om me heen, en lees nogmaals wat er op het bord staat. 'Witte Muur' zo heet de wijk. Goed onthouden. Als ik thuis aankom, loop ik gelijk door naar mijn kamer.

Mijn moeder komt enkele seconden later binnen gestormd. 'Waar zat je?' In mijn hoofd herhaal ik de mantra 'doe kalm, niet tegen haar uitvallen'. 'Nu even niet.' Haar mond valt open. 'Nu even niet? Wanneer dan wel? Waar was je? Je doet raar. Al een paar dagen. Wat is er met je en waar zat je? Nora, dit kan niet meer. Je moet respect hebben voor de vader van mijn kinderen en tevens mijn echtgenoot.' Knikkend kijk ik haar aan. 'Laatste keer mam.' 'Belooft?' Ik reageer niet meer. 'Noor?' Even kijk ik haar aan en knik ik vervolgens. 'Bedankt. Hij is naar zijn moeder gegaan, hij weet niet dat je weg was, dus dat hoeft hij verder ook niet te weten. Ik ga zo even boodschappen doen. Ga je mee?' Hoofdschuddend beantwoord ik haar vraag. 'Ik moet een paar dingen regelen.' Haar gezicht betrekt. 'Je bent dingen voor me aan het achterhouden.' Ik knik. 'Maar dat doe ik al heel m'n leven.' Haar gezicht ontspant. 'Beloof me dat je geen gekke dingen zult doen.' Glimlachend kijk ik haar aan. 'Ga boodschappen doen. Wij spreken elkaar later.' Zonder nog verder woorden uit te wisselen loopt ze weg. Enkele minuten later hoor ik dat de voordeur in het slot valt. Ze is weg. Het kaartje waar Safouane zijn nummer op staat pak ik uit mijn zak en stop de lader in mijn telefoon. Zodra mijn telefoon aangaat, draai ik het nummer, na twee keer overgaan word er opgenomen. 'Met Safouane.' Even blijf ik stil. 'Je spreekt met Shahira. Kun je praten?' 'Misschien is het handig als we elkaar over een uur zien bij de gracht.' Een uur later sta ik bij de gracht.

Turend kijk ik naar het water. Mijn concentratie weet zich direct te verdelen zodra ik voetstappen dichterbij hoor komen. Nog voor dat hij zijn hand op mijn schouder weet te leggen draai ik me om. Oog in oog sta ik met Safouane. Het lijkt een leugen, illusie. Vierentwintig uur geldend zou ik me deze ontmoeting niet eens kunnen voorstellen. En nu sta ik er in levende lijve. 'Je noemde jezelf Shahira aan de telefoon. Van plan om een comeback te maken?' 'Ook hallo, met mij gaat het inderdaad ook erg goed en om je vraag te beantwoorden, nee er komt geen comeback.' Hij glimlacht kort. 'Koffie?' De serveerster legt de kopjes voor ons neer. 'Zo, even wakker worden.' Ik knik. 'Laat me duidelijk zijn Shar. Het is geen speeltuin waar je in en uit kunt lopen alsof er niets aan de hand is. Zo zit het gewoon niet in elkaar. De laatste keer was je duidelijk. Niet alleen naar ons, maar ook naar jezelf toe. Dus leg me in elk klein detail uit wat je hier komt doen.' 'Er gaat een speculatie in de rondte dat ik blijkbaar ben omgelegd. Ik wil weten wie dit naar buiten heeft gebracht en waarom. Volgens Benito ben ik een ongewonen stijd aangegaan. Jij zou me moeten helpen zegt hij.' Safouane drinkt zijn kopje leeg en kijkt me dan aan. Uit zijn blik valt er niets op te maken. Ik vraag me af wat er nu door hem heen gaat en of ik hem wel kan vertrouwen. 'Je hebt geen vrienden gemaakt, dat weten we allemaal, jij ook. Het is inderdaad zo dat de broer, van dat meisje dat je hebt vermoord opzoek naar je is. Maar of ik je kan helpen, ik zou niet weten waarom ik dat zou moeten doen en waarmee ik zou moeten helpen.' Hij blijft me met dezelfde lege blik aankijken. De serveerster loopt langs ons tafeltje. Zonder zijn blik van mij af te halen vraagt hij nog een koffie en cappuccino aan de serveerster. 'Proberen jullie me nou echt te strikken?' Hij reageert niet. Cynisch begin ik te lachen. 'Meen je dit serieus of is dit een grap? Je probeert me te strikken waar ik verdomme gewoon bij sta? Hoe lang ken ik je nou al? Ik ben verdomme je rechterhand geweest!' Hij knikt. 'Je bent er een paar jaar tussenuit geweest, wou er tot kortgeleden niet eens meer aan herinnerd worden en nu verwacht je dat ik je blindelings vertrouw en je alle dekking ga geven? Shar, jij en ik weten beiden beter.' Knikkend kijk ik hem aan. Nog zonder wat te zeggen sta ik op, 'laat die cappuccino maar zitten!' Roep ik naar de serveerster en nog zonder om te kijken loop ik weg. Het café uit. Weg. In de auto blijf ik even voor me uit staren. Ik probeer mezelf kalm te houden. Maar dan komt het er toch uit, verdomme! Verdomme! Verdomme! Met mijn vuist ga ik tekeer tegen het stuur. Verdomme! Ik ben een doelwit. Ze zijn al bezig met een aanslag en ik heb niet eens dekking! Ik sta er alleen voor. Helemaal alleen.

You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: May 21, 2019 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

Good girls, do bad things Where stories live. Discover now