Zakenrelatie

674 42 4
                                    

Met toegeknepen ogen keek ik hem aan. Was hij aan het vissen? 'Neem het serieus Shahira. Je bent een gevaar en loopt gevaar. Wat denk je zelf? Dat zij je echt nodig hadden? Ze hebben je verdomme neergeknald. Althans, dat was de bedoeling. Dat je nog leeft is een wonder, hoor je me? Als dat wijf nog eens liegt knal ik iedereen overhoop die ooit ook maar enkele seconden in dat verdomde pand is geweest. Met of zonder bijbedoelingen.' Geamuseerd kijk ik hem aan. 'Dat je bijnaam Scarface is, is ernstig voor die hersencellen van je. Denk je dat je zomaar iedereen kunt neer knallen alsof het niets is? We leven in een kikkerlandje, een paar doden achterelkaar en heel het land staat op zijn kop. Gedraag je toch eens naar je..' 'Je valt stil, maak je zin af.' Hij klonk dwingend, maar dat deed me eigenlijk niets. Zoals het nooit echt had gedaan. Zijn ogen kijken me nog steeds onderzoekend aan. Met mijn tong ga ik langs mijn kurkdroge lippen. Hij zucht gelaten. 'Laten we gaan slapen.' Fronsend kijk ik hem aan. 'Grapje zeker?' 'Nee, ik meen het. We zijn veelte lang op. Er is veel gebeurd vandaag. Teveel informatie. Ik laat Fatima en het kind overplaatsen naar een andere locatie. Wij slapen buiten de stad, morgen gaan we verder.' 'Safouane, waar heb je het over als je me een gevaar noemt?' Mijn nieuwsgierigheid was namelijk nog steeds niet weg geëbd. Hij haalt diep adem. Nog voor ik het beseffen kan ligt mijn hand op zijn hart. 'Hier, hier mijn beste Nora, ben jij een gevaar voor.' Ik zucht diep en neem een stap achteruit. 'Ik zal er alles voor over hebben om je duidelijk te maken dat we voor elkaar gemaakt zijn. Maar dat heb je vast wel vernomen van die uitslover.' Snoof hij hoogmoedig. 'Welke uitslover?' Vroeg ik hem gemeend geïnteresseerd. Hij kneep zijn ogen samen 'de advocaat.' Mijn mond vormde een o, ik was even sprakeloos. Had hij Nabil al die tijd gedreigd? Wat kinderachtig!

Ik loop versneld de lobby van het hotel in, Safouane loopt me achterna. 'Noor, wacht nou even!' Via mijn ooghoek zie ik dat de perfect geklede receptioniste ons via haar strenge juffenbril aankijkt. We lopen langs een paar heren. Ook hun kijken ons aan. De irritatie van zojuist lijkt zich alleen maar uit te breiden. Snel druk ik de liftknoppen in, maar hij is me te snel.

'Je kunt me niet blijven ontlopen.' 'En jij kunt niet blijven doen alsof dit allemaal maar kan!' Hij zuchtte diep, de tanden die zich op zijn onderlip nestelde trokken mijn aandacht. 'Nora, geloof me je wordt niet gelukkig met hem.' 'Dat zijn jouw zaken niet, bedreig hem nog eens, ik hak je ballen eraf!' 'Noor, ik wil het niet eens een bedreiging noemen..' 'Waarom zoek jij überhaupt contact met hem. Jij en ik zijn niets van elkaar snap dat. Als die zoen van de vorige keer je dwars zit of je laat twijfelen heb je het goed mis. Ik ben met Nabil en jij houdt je daar buiten. Hoor je me!' 'Ik houd van je. Weet je wel hoe ik me voel met jou? Je dekt me, helpt me en verleid me. Verdomme, denk je dat ik dit leuk vind? Ik haat jou, ik haat het dat ik van je houd ik haat het dat ik verliefd op je ben geworden. Tijdens de seks met andere vrouwen krijs ik jouw naam.' Ik lachte minachtig. 'Je bent vast niet de enige met haat aan me. Maar daar kan ik mee leven. Wat betreft je seksleven, ben ik niet in geïnteresseerd en wat betreft mijn leven, houd je er buiten! Wij zijn niets meer en niets minder dan collega's oké? En of je er nu mee kunt leven of niet, het is zo en daarmee is deze discussie gesloten.' Een ping geluid vulde de lift, de deuren schoven open en zonder op of om te kijken liep ik gehaast naar mijn kamer. Maar Safouane was de moed nog niet verloren.

'Mag ik binnen komen?' Snel werp ik een blik in de hal van het hotel, ik had geen zin om een scène te schoppen en liet hem zwijgzaam binnen. Ik gooide mijn jasje op de bank en trok het elastiek dat mijn haren al die tijd samen had gebonden los. Met een hand woelde ik door mijn haar om mijn hoofdhuis tot rust te laten komen. 'Je bent prachtig als je dat doet.' Ik haatte hem als hij fluisterde, dan was hij of heel intens of heel diep in gedachte verzonken. Ik draaide me naar hem om en perste mijn lippen op elkaar. 'Wat wil je nou precies? Mij wijs maken dat ik Nabil moet laten zitten zodat ik jou een plezier doe?' Vroeg ik hem vol sarcasme. 'Het gaat me niet specifiek om hem, ik wil gewoon dat je bij mij bent.' Hoofdschuddend werp ik mijn blik op mijn schoenen die ik uittrek. 'Jij hebt echt geen idee?' Een klein lachje ontschiet me. 'Heel eerlijk? Ik vind je maar een creep.' Ook hij lacht nu. 'Ik ben een monster, dat weet ik. Jij bent Bella, ik ben het beest. Ben jij Bonnie, ben ik Clyde. Het maakt niet uit Nora, zolang je me maar steunt. Zolang ik jou maar steun. Hoe je omgaat met de stress, met de spanning hoe je dingen bekijkt, doet. Je bent gewoon een vrouw naar me hart.' Ik zucht diep. 'Safouane, ik ga er niet omheen draaien. Jij blijft uit mijn buurt, je bent een geweldige man om zaken mee te doen. Maar niets meer en niets minder. Mijn verhouding met Nabil gaat jou verder niets aan. Verder heb ik principes waar ik me streng aan houd, zaken en privé houd ik strikt gescheiden, zou je ook eens moeten doen.' Ik liep naar de overkant van de ruimte en trok de buitendeur open. 'Als ik me nu dan mag excuseren, ik wil me graag ontdoen van mijn kleding en mijn nachtrust pakken.' Hij knikte en bekeek me van top tot teen. Zijn ogen bekeken me gedetailleerd. Hij loopt zeer ontspannen en zelfverzekerd naar de deur, op die manier die alleen hij kan. In de deuropening blijft hij even staan. 'Goeden avond, Shahira.' Mijn ogen kijken hem berispt aan, die man spoort niet. Voor geen meter. Hij had me heel de avond Nora genoemd. Was dit zijn manier van privé en zaken gescheiden houden? Was er nu dan eindelijk alleen een zakenrelatie tussen ons? 'Goeden avond, Safouane.' Zei ik op dezelfde ijzige toon.

Good girls, do bad things Where stories live. Discover now