Hysterische reactie

690 41 7
                                    

Met veel tegen zin trap het gaspedaal in, het is in de namiddag als ik in Berlijn aankom. Een beetje misselijk, lichte hoofdpijn en een buik vol vlinders van afgelopen nacht sta ik voor een café. Ik bestel wat te drinken en besluit Safouane te bellen.

"Bonita, je bent vroeg." Weet ik. Antwoord ik kort. "Heeft dat een bijzondere reden?" Nee. "Mooi, sms me het adres. Ik kom je ophalen." Zoals er van me gevraagd word sms ik hem het adres en de naam van het café. Niet veel later stapt hij binnen. Hij merkt dat ik mijn wenkbrauwen frons, niet eens tien minuten en hij staat er. Hij negeert het volkomen en grijnst breed. "Ik was toevallig in de buurt, a black coffee please." Zegt hij in een zucht terwijl hij tussen neus en lippen zijn koffie besteld. Met mijn tong glijdt over mijn tanden - bedachtzaam. "Geloof je me niet?" Vraagt hij terwijl hij de jongen achter de bar nauwlettend volgt met zijn ogen. Wat hebben jullie gedaan met Fatima? Negeer ik op mijn beurt zijn vraag en begin over wat anders. "Heel goed, lekker over Faat gaan praten in een openbare ruimte die we niet kennen." Ik probeer een lach te onderdrukken, maar is deze me echter de baas. Ook hij grijnst nu breed.

Het is laat, we zijn allemaal compleet. De ruimte die we betreden is vrij donker, een klein nachtlampje brand. Fatima is blijkbaar gewassen en gehesen in een warme pyjama en omhuld in een kamerjas. Haar lokken zitten warrig en hangen over haar schouders en bedekken een deel van haar gezicht. Ze heeft zichzelf klein gemaakt door haar benen op te trekken en haar armen om haar knieën geslagen. Ze hoort ons binnenkomen maar kijkt echter niet op of om.

"Goeden avond mevrouw, hoe maakt u het?" De sarcasme in Ismaïl's stem doet haar geen deugd. De tranen springen in haar ogen, hij had immers Zakaria vermoord terwijl ze stond toe te kijken. Maar zij had hem evenmin gedaan door hem achter slot en grendel te plaatsen, voor geld. Hij loopt boos op haar af, met zijn vuisten gebald gaat hij tegenover haar staan. Maar nog steeds geeft Fatima geen reactie. Hij haalt haar uit, drie maal. Het bloed vindt zijn weg op haar wangen, als ze haar hand opheft als teken dat hij moet stoppen trapt hij haar in haar gezicht. Op dat moment gaat er een huivering door me heen. Als Ismaïl aanstalten maakt haar nog eens te slaan houdt Safouane hem tegen. "Vriend, we hebben haar nog nodig. We hebben haar nog nodig."

We gaan met ze allen aan een ronde tafel zitten. Ik zit er wel bij maar ben in gedachte verzonken. Ik hoor dat ze zeggen dat alle aanwijzingen zijn gewist op het plaats delict van gister. De politie is anoniem ingelicht. De auto's zijn allemaal in vuur gestoken, gebruikssporen waren ver te zoeken. Zo ook de wapens. Een kleine discussie die ontstaat tussen de mannen ontgaat me. Emilio die gister gewond is geraakt zit aan de tafel met zijn telefoon in zijn handen. Hoogstwaarschijnlijk aan het sms'en met zijn vrouw of iets dergelijks. Ook mij schiet het dan ten binnen dat ik niets meer aan Nabil heb laten horen. Mijn privémobiele haal ik tussen mijn decolleté vandaan zonder op te vallen. Gauw tik ik een kort sms'je naar Nabil.

'Hallo Nabil,
Ik wou je nog even bedanken voor afgelopen nacht en ochtend, zonder twijfels zou ik dit opnieuw doen. Vandaag heb ik niks van me laten horen, ik was druk, ik beloof je gauw te komen opzoeken. Take care.
Nora.'

Als ik zie dat het sms'je verstuurd is vergrendel ik mijn telefoon en stop hem weer veilig weg. Net op tijd, de bespreking zit er namelijk op. Safouane stelt voor om allen een hotel te boeken en morgen op 9.30 uur te verzamelen – hier. In dit aparte, verlaten, oude flatje.

Zoals de rest heb ook ik een hotelkamer geboekt, ik neem een douche en wikkel mezelf in de lakens, het is laat, bijna vroeg. Het begint met gapen en al gauw begint de slaap me te dagen. Ik geef me over en sluit mijn ogen.
De volgende morgen is iedereen stipt aanwezig. Het gemompel van de heren met een ochtendhumeur klinkt me in de oren. Weer schiet Nabil me te binnen, hij is anders wel een ochtend mens. Althans zo zag het er wel naar uit. Nieuwsgierig kijk ik of hij me terug heeft ge-sms't. Mijn buik begint te tintelen als ik zie dat hij inderdaad heeft gereageerd.

"Hallo schoonheid,
Ik begin er met alle tegenzin aan te wennen. Maar zoals ik je al vertelde, ik werd verliefd op jou zoals je bent. Je mystieke kanten, je buien die ik niet kan plaatsen en je misleidende trekjes. Ik zal wachten schatje, laat je me niet te lang wachten? Geloof me Noortje, ik zou elke nacht en elke ochtend met jou willen beleven. Wordt voor altijd de mijne Noor. Ik houd van je, onvoorwaardelijk veel.
Jouw Nabil."

Ik lees het sms'je twee keer, letter voor letter. Hij hield van me, hoe was het mogelijk? Gauw stop ik mijn telefoon weer terug. Zou hij van me blijven houden als hij wist wat ik deed? Als hij wist wie ik werkelijk was. Als hij wist hoe mijn verleden eruit zag en wat ik doe in de tijd dat ik niet bij hem ben?

"Shahira, wat te drinken?" Emilio haalt me ruw uit mijn gedachte. Ik schud nee.

Fatima wordt uit de slaapkamer gehaald. Dit keer is ze casual gekleed. Haar haar zit in een staart en de blauwe plekken, bloedstortingen en bulten van gister zijn zeer duidelijk te zien. Ik krijg zelfs een beetje medelijden als ik haar zo moet zien. Haar dochtertje is haar ontnomen, haar man is op een wrede manier om het leven gekomen terwijl ze stond toe te kijken en vannacht is ze geslagen door haar ex-man. Maar goed, ze speelde dan ook met vuur. Ze is volwassen, oud en wijs genoeg. Ze was helder en nuchter bij elke stap die ze nam. Bij elke stap die haar dichter bij het vuur bracht.

Twee mannen pakken haar stevig beet. De televisie wordt aangedaan, op het enorme beeld staat het lachende meisje. Het is niet eens mijn dochter maar ik word er zenuwachtig van. Fatima schrikt van het beeld, ze herkent haar vlees en bloed. De tranen vinden hun wegen. Safouane negeert haar tranen en emotionele reacties volkomen.

"Fatima, dit meisje, ik wil haar geen kwaad doen. Maar weet Fatima, dat ik geen genade ken. Jij verteld mij wie die zwarte kat is of je dochtertje is verloren." Zijn toon klinkt sterk, overtuigend, koud en kil. Maar ik weet beter, hij gaat dood voor het meisje.

Tranen, ze worden haar teveel. Ze worden haar de baas. Het beeld komt in beweging, de video wordt afgespeeld. Het kleine meisje vindt de camera zo te merken zeer interessant. Alleen wordt mijn aandacht getrokken door iets anders, iets heel anders. En blijkbaar trekt het Fatima's aandacht ook, haar hysterische reactie vult de kamer.

Good girls, do bad things Tahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon