3

5K 177 8
                                    

‘En?’ vroeg Rayan, niet van plan zijn tijd te verdoen met koeltjes en kalfjes. ‘Je kunt bij haar komen.’ Het antwoord stemde hem tevreden. ‘Zou je niet…’ ‘Nee,’ onderbrak Rayan hem. Richard hield wijselijk zijn mond. Hij kende Rayan goed genoeg om te weten dat het geen zin had om met hem te redetwisten. Als hij iets in zijn hoofd had zette hij dit ook door. Richard had veel respect voor zijn jongere vriend. Nadat de heldhaftige Rayan hem jaren geleden het leven redde was deze zich verzekerd geweest van een vriend voor het leven. Rayan had zijn volledige toewijding en vertrouwen. ‘Dat is alles wat ik wilde weten,’ zei Rayan, en pakte zijn colbert op. Zijn vriend keek hem ongerust aan. ‘Doe je niks roekeloos.’ ‘Je kent me toch.’ ‘En daarom juist,’ mompelde Richard. Rayan gaf hem een schouderklopje en verliet het gebouw. Hier had hij jaren op gewacht. Nog even, en dan zou hij kunnen beginnen met zijn wraak. Het was zijn ijzeren wil geweest die hem zoveel geduld had doen opbrengen. Hij had gezien hoe Yasmin eraan toe was geweest. Als die hufters voor zijn neus hadden gestaan had hij ze zonder blikken of blozen met blote handen gewurgd. Hij had het zichzelf beloofd wraak te nemen, sterker nog, hij snakte ernaar. De gedachte aan de bange blik die Yasmin in haar ogen had gehad deed hem zijn gaspedaal verder indrukken. Een uur later stapte hij zijn auto uit en liep met stevige passen het gebouw in. Er hing een akelige sfeer. Dit was ook niet verwonderlijk, het was een gesticht waar hij zich bevond... Geheel geen aandacht schenkend aan de blikken die het personeel hem toewierp keek hij om zich heen. Rayan was er gewend aan geraakt aangestaard te worden. Het was voornamelijk het vrouwelijke geslacht dat hem met hun blikken verslond. Vastberaden liep hij op een medewerkster af. ‘Rayan Ranislanski,’ zei hij slechts. De oudere vrouw staarde hem met grote ogen aan. ‘U werd verwacht,’ zei ze toen. ‘Loopt u maar mee.’ Hij wilde hier zo snel mogelijk weg. De vrouw opende een deur. De ruimte hierachter was net zo kil en kleurloos als de rest van het gebouw. Na jaren stond hij dan eindelijk tegenover Dalila Yasrin... Hij nam haar van top tot teen op. Ze staarde met een lege blik voor zich uit. Haar ooit zo levenslustige ogen stonden dof. Haar beeldschone gezicht was krijtwit. Rayan kon niet stoppen met naar haar te staren. Ze had zijn volledige aandacht. Zij zou hem immers helpen bij zijn wraak... ‘Reageert ze nergens op?’ vroeg hij de vrouw. ‘Bijna niet, ze…’ ‘En praten?’ vroeg Rayan ongeduldig. Dalila zelf kon hem weinig schelen. Informatie die hem duidelijk moest maken hoe erg het wel niet voor haar was kon hem dan ook gestolen worden. Hij was hier slechts met één missie en hij was niet van plan zich tegen te laten houden. ‘Praten doet ze al jaren niet,’ antwoordde de vrouw. ‘Toen ze hier voor het eerst binnen kwam was het net een tijgerin geweest. Als het niet de medicijnen waren geweest hadden we haar nooit in bedwang kunnen houden.’ ‘Hoelang praat ze al niet?’ ‘Ze is hier nu drie jaar. Nadat ze een jaar lang onzin heeft uitgekraamd en hiermee heeft bewezen krankzinnig te zijn, heeft ze het opgegeven, dus twee jaar. Het kind is knettergek.’ Rayan wilde alles weten over de ‘onzin’ die ze had uitgekraamd. ‘Weet u zeker dat u haar mee wilt nemen?’ De oudere vrouw was absoluut niet over Dalila te spreken. Ze kon het niet uitstaan dat de jongere vrouw ondanks haar toestand zoveel schoonheid uitstraalde. En nu deze knappe vreemdeling was gekomen om haar te halen kon ze haar wel wurgen. ‘Dat weet ik zeker,’ blafte Rayan haar toe zonder zijn blik van Dalila af te wenden. Ze staarde nog altijd met diezelfde lege blik voor zich uit. Rayan bukte naast haar neer en pakte haar hand vast, hopend op een reactie. Er gebeurde niets. Haar hand voelde ijskoud aan. Hij moest zich inhouden haar niet door elkaar te schudden. ‘Als u haar omhoog trekt loopt ze wel,’ liet de oudere vrouw weten. Ze vond het heerlijk de spot met haar te drijven. ‘Dat is één van de weinige dingen die ze zelf doet.’ Rayan vernauwde zijn ogen, heel goed wetend waar de vrouw mee bezig was. Hij voelde zich echter niet geroepen tegen haar in te gaan. Rayan voelde een diepe afkeer voor deze jonge, gekke vrouw. ‘Ik draag haar wel.’ Hij voegde het woord bij de daad en liep met haar in zijn armen weg. Hij moest een boosaardige grijns onderdrukken. In zijn armen hield hij het ultieme wapen vast. Hij zou zijn vijanden het nakeken geven. Niemand bedonderde Rayan Ranislanski en kwam hiermee weg, niemand.
------------
Stem 10❤
Comments 30❤

Like a child Deel1 #VoltooidWhere stories live. Discover now