35

3.6K 141 12
                                    

Wat vooraf ging... 'Dank je,' zei hij zacht. 'Waarvoor? Ik heb helemaal niks gedaan.' 'Je begrijpt me, dat is meer dan genoeg.' Hij gaf een kneepje in haar hand en liep toen de kamer uit. Ze keek hem na. Het liet haar niet koud hem zo te zien. Het is overduidelijk dat hij zielsveel van zijn broertje houdt, maar waarom ziet het broertje dit zelf niet? Vandaag was een dag waarin Dalila zich rusteloos voelde. De gedachte aan haar moeder liet haar niet los. Ze had ook niks te doen waardoor ze haar aandacht op iets anders kon richten. Yasmin was naar een vriendin en Rayan was aan het werk in de werkkamer. Ze besloot toen in de tuin te gaan zitten. Het was vrij koud en het begon al te schemeren, dit kon haar weinig schelen. Ze hief haar blik naar de lucht toen er een druppel regen op haar viel. Ze bleef zitten, zelfs toen het keihard begon te regenen. En zo trof Rayan haar aan. 'Wil je soms een longontsteking oplopen?' Geschrokken keek ze naar hem op. Ze had hem helemaal niet horen aanlopen. 'Ik zit hier goed,' antwoordde ze. Er verscheen een ongelovige blik in zijn ogen. 'Je zit hier goed? Het regent, voor het geval je dat niet had gemerkt.' 'Dat weet ik.' 'Waarom zit je hier dan nog? Wil je soms ziek worden.' 'Nee, natuurlijk niet.' 'Waarom kom je dan niet naar binnen?' 'Dat begrijp jij toch niet.' 'Leg het me dat dan uit.' Ze sprong op. Ze wilde niet verdrietig zijn in zijn buurt. Ze wilde niet dat hij haar zo aantrof. 'Ik leg jou helemaal niks uit.' 'Dan kan ik het ook niet begrijpen. Als je hier blijft zitten wordt je ziek.' 'Dat is dan mijn probleem.' Verdomme, ze maakte hem gek. Hij wilde helemaal niet dat ze ziek werd. Hij wilde dat het goed met haar ging. Mevrouw had dit niet door. Ze dacht dat hij tegen haar was. Nee, hij wist wel beter. Hij wist dat ze aan haar moeder dacht. Ze was al de hele dag afwezig. Hij was nu gewoon de zondebok van haar verdriet. Maar verdomme, hij wilde de zondebok niet zijn! 'Laat me gewoon met rust.' 'En als ik dat nou niet wil?' Dit hele gesprek ging nergens om. Het was een uiting van hun frustraties. Ze wilde hem passeren om naar binnen te gaan. Hij greep haar bij de arm vast. 'Nu wil je opeens wel naar binnen.' 'Inderdaad, dus als je me los wilt laten.' 'En als ik dat nou niet wil?' Diep in de ogen keek hij haar aan. Hij had er genoeg van. Hij had er genoeg van het knagende verlangen te onderdrukken... Ze zag de blik in zijn ogen en deed angstvallig een stap naar achteren. 'Nee,' zei ze met een piepstemmetje. Hij trok haar met een ruk tegen zich aan. 'Ja,' zei hij beslist. Ze schudde in paniek haar hoofd. Ze wilde dit niet. Nee, ze wilde het wel, en dat was juist zo eng, dat was het juist dat haar zo bang maakte. 'Laat me los,' zei ze paniekerig. 'Ik laat je niet los.' 'Je kunt me moeilijk tegen mijn zin hier houden.' Zijn blik werd donker. 'Tegen je zin? Schatje, je wilt dit net zo graag als ik.' In wanhoop schudde ze haar hoofd. De vervloekte kerel! 'Dat is niet waar.' 'Dat is wel waar.' Woest keek ze hem aan. 'Laat me nu onmiddellijk los.' 'Anders wat?' 'Anders, anders... Laat me los!' 'Dat doe ik niet.' Haar ogen stonden op onweer. In de regen stonden ze als twee kampen tegenover elkaar. De frustratie van deze afgelopen weken kwam bij beiden tot uiting. 'Je bent mooi,' zei hij zacht. 'Ik denk aan niks anders dan jou kussen,' voegde hij er aan toe. Als ze niet uitkeek zou de toon in zijn stem haar de das omdoen. 'Ik wil je vasthouden, dicht tegen me aan, en je kussen. Ik wil je oneindig kussen.' 'Nee,' zei ze zwakjes. 'Ja,' zei hij zacht en trok haar nog dichter tegen zich aan. 'Stop met vechten Dalila, dit is onvermijdelijk.' Ze schudde haar hoofd. Ze voelde zich zwakker worden. Ze wist dat dit een strijd was die ze zou verliezen... 'Het is onvermijdelijk,' herhaalde hij. Met haar vuisten sloeg ze tegen zijn borstkast. 'Nee,' zei ze. Liefdevol keek hij haar aan en streelde haar wang. 'Het is de waarheid.' Ze waren drijfnat, maar dat was wel het laatste waar ze aan dachten. De spanning groeide. Ze voelde het, ze wist het. Hij had gelijk, het was onvermijdelijk... 'Ik haat je,' fluisterde ze. Hij lachte zacht. 'Dat weet ik.' En met deze woorden boog hij zich naar haar toe. Ze trilde bij het eerste contact met zijn lippen. Wat voor zin had het nog om te vechten? Wat voor zin had het om dit te ontkennen? Dus gaf ze zich aan hem over. Ze liet het toe dat hij haar dichter tegen zich aan trok. Hij drukte een lichte kus op haar mond, kuste haar voorhoofd en oogleden. Het verlangen naar haar lippen was te groot, hier had hij immers weken van gedroomd, en het moment was dan eindelijk hier. Hij blokte verder elke gedachte uit en concentreerde zich op de beeldschone dame in zijn armen. Met zijn handen omvatte hij haar gezicht en kuste haar zacht en langzaam. Ze had zich in zijn armen ontspannen. Hij kon zijn geluk niet op. Zeker niet toen ze hem terug kuste. Hij sloot zijn ogen en drukte haar dichter tegen zich aan. Hij streek met zijn tong over haar onderlip. Deze vond al snel zijn weg in haar mond. Hij had in zijn leven veel vrouwen gekust, maar bij geen enkele had hij er ooit zo van genoten. Bij geen van hen had hij dit gevoel ervaren. Hij wilde haar beschermen. De dame maakte hem gek. Ze beroofde hem van zijn gezonde verstond. Weken had hij er van gedroomd haar te kussen, maar hij had nooit gedacht dat het zo geweldig zou zijn. Het nooit geweten dat hij niet zou willen stoppen met haar te kussen. Het was heerlijk haar te kussen. Het was waanzinnig. De kus duurde dan ook voort. De dame was een gevaar. Ze vormde een gevaar voor zijn gemoedsrust, maar o, wat genoot hij hiervan. Wat genoot hij ervan haar te kussen. Niemand had aandacht voor de regen die met bakken uit de hemel kwam. Zozeer gingen ze in elkaar op. Ze had het niet geweten. Ze had niet geweten dat hij zo teder kon zijn. Ze had niet geweten dat ze zulke heftige gevoelens zou ervaren. Maar ze had het moeten weten. Het gevoel dat hij haar geeft wanneer hij haar aankijkt had haar hier op moeten wijzen. Ze had het moeten weten. Ze genoot van de kus. Ze genoot er zo van dat de gedachte zich terug te trekken geen enkele keer bij haar opkwam. Ze voelde zich veilig... Ze vond het heerlijk dat hij haar vasthield. Ze vond het heerlijk dat hij haar kuste. Zijn tederheid verraste haar, maar dat zou eigenlijk niet het geval moeten zijn. Iemand die zo kon strijden voor zijn dierbaren, moest het wel in zich hebben zo teder te zijn. Ze had alleen nooit kunnen vermoeden dat hij deze tederheid tegenover haar zou tonen. Hij hield haar stevig vast, maar ze voelde met welke voorzichtigheid hij dit deed. Hij behandelde haar met... respect. De vervloekte kerel bleef een verassing. Zo in de regen deelde ze hun eerste kus. Een kus die beiden verrasten. Een kus die ze zou bijblijven. Een kus die ze beiden voor altijd zouden koesteren.
-----
15 stemmen
20 comments nieuw deel

Like a child Deel1 #VoltooidWhere stories live. Discover now