42

3.4K 116 1
                                    

Wat vooraf ging... 'Volgens mij heeft je dochter je een vraag gesteld.' Met een ruk draaide Dalila zich om bij het horen van zijn stem. Hij stond in de deuropening en kwam de kamer verder ingelopen. Hij kwam toen naast haar staan en sloeg zijn arm om haar schouder en drukte haar tegen zich aan. Ze vocht tegen haar tranen. Dit ene troostende gebaartje was precies wat ze op dit moment nodig had. Ze had hem nodig... Haar vader, Jamal Yasrin, staarde Rayan met grote ogen aan. 'Wie ben je?' 'Aha, je bent je spraakvermogen dus niet verloren. Maar als ik het goed heb stelde je dochter je een vraag.' Rayan keek hem kil aan. Hij moest zichzelf geweld aan doen de man niet te lijf te gaan. Hij had het laatste deel van hun confrontatie gehoord. Hij had haar horen vertellen over de inrichting... Hij drukte haar dichter tegen zich aan. Dalila keek naar hem op. 'Wie ben jij?' herhaalde Jamal Yasrin zijn vraag. 'Volgens mij was Dalila u voor. U heeft nog altijd geen antwoord op haar vraag gegeven. Kijk naar haar en vertel haar of ze als een gek iemand bij u overkomt.' Rayan legde zijn beiden handen op haar schouders en keek haar recht in de ogen aan. 'Wanneer ik naar haar kijk zie ik in ieder geval alles behalve dat. Ik zie wel een sterke dame. Een dame met moed en pit.' Dalila keek dankbaar naar hem op. Hij trok haar naast zich en sloeg zijn arm om haar schouder. 'Dus vertel me, wat is het dat u ziet?' 'Mijn vrouw en ik hebben gedaan wat ons destijds het best had geleken.' 'En dat was dat? Is dat alles wat u te melden heeft?' 'Ik zou niet zo goed weten wat ik nog meer moet zeggen,' zei Jamal stijfjes. 'Dat moet u niet tegen mij zeggen. Kijk uw dochter aan vertel haar dat. Vertel uw dochter dat maar.' Jamal Yasrin kon onmogelijk om hem heen. Hij kon niet om deze jongeman heen die kracht en macht uitstraalde. Hij stond naast Dalila en was absoluut van plan haar te beschermen. 'Het is nooit onze bedoeling geweest je te kwetsen Dalila.' 'En yemma, nu je hertrouwd bent, daar wil je haar zeker ook niet mee kwetsen?' Zijn mond viel open. 'Hoe weet je dat?' 'Dat doet er niet toe.' 'Je hebt het van hem,' zei Jamal en keek Rayan aan. 'Wie ben jij in vredesnaam?' Rayan glimlachte gemaakt. 'Rayan Ranislanski meneer, geheel tot uw dienst, nee, dat zeg ik verkeerd, tot de dienst van uw dochter.' Jamal Yasrin keek hem met nog grotere ogen. Rayan Ranislanski, de grote en machtige zakenman, het wonderkind dat aan de top stond... Was dit met wie hij te maken had? Hoe is Dalila in vredesnaam met hem in contact gekomen? Hoe is ze in vredesnaam met deze welgestelde jongeman in contact gekomen? De Ranislanski's zwommen in het geld, en als iemand die van geld hield wist Jamal Yasrin dit maar al te goed. Rayan zag de blik waarmee hij werd aangekeken en walgde. Dit waren het soort personen die hij het liefst uit de weg ging. Personen om wie het allemaal om geld draaide. Hij kan ze niet uitstaan. 'Ze heeft de informatie van mij aangezien u niet van plan was haar dit melden.' 'Dat weet je niet.' Jamal was op zijn teentjes getrapt. Hij kon het niet hebben dat hij de les werd gelezen, zeker niet door iemand die half zijn leeftijd was. Dalila keek naar Rayan op. Ze was dankbaar voor de kracht die hij uitstraalde. Dit gaf haar namelijk kracht. Het feit dat hij het net van haar had overgenomen had haar de gelegenheid gegeven haar krachten bij elkaar te sparen. Het viel haar niet gemakkelijke haar vader te confronteren, zeker niet omdat hij niet inzag dat hij verkeerd zat. Hij vond niet dat hij verkeerd had gehandeld. Stiekem had ze gehoopt dat hij haar in zijn armen zou nemen. Haar vader was nooit een man geweest die gemakkelijk affectie had getoond, maar ze had verwacht, nee gehoopt, dat hij dit wel zou kunnen na wat er allemaal was gebeurd. Maar helaas, het mocht niet zo zijn. 'Dat weet ik wel beba. Je hebt niet meer na me omgekeken nadat je besloot mijn leven te ruineren. Je bent geen één keer langs geweest. Kom dus niet met het slappe excuus dat je het me misschien wel zou hebben gemeld, we weten beiden hoe de zaken er echt voor staan. Je wist niet eens dat ik niet meer in de inrichting zat, zozeer ben jij dus betrokken met je dochter. Ik wil weten waarom. Ik wil weten waarom ik er zo weinig voor jou toe doe.' Jamal Yasrin voelde zich ongemakkelijk. 'Het heeft niks met jou te maken Dalila.' Ze lachte gemaakt. 'En hoe moet ik me dit dan voorstellen? Het heeft namelijk alles met mij te maken. Waarom?' 'Het leek ons het beste.' Ze zuchtte diep. Dit was zijn verklaring voor alles, hoe onbevredigend dit ook was. Hij zag niet in wat hij verkeerd had gedaan. Hij geloofde er heilig in dat hij goed had gehandeld. Zelfs nu, nadat ze hem uitlegde dat dit niet het geval was, veranderde er niks. Ze zou haar tijd hier niet meer verspillen. Ze zou geen tijd verspillen aan een man die in geen jaren meer naar haar had omgekeken. 'Dat is duidelijk beba. Ik hoop dat je nu wél weet dat je dochter nooit gek is geweest. Ze is er met haar volle verstand bij, en ze zal dit dan ook goed onthouden. Ze zal dit niet vergeten. Ze zal niet vergeten dat ze in de ogen van haar vader een gek iemand is.' Ze stak haar kin in de lucht. 'Wat is er eigenlijk met mijn spullen gebeurd?' 'Deze heeft je moeder in dozen opgeborgen.' Nog zoiets. Opgeborgen... Ze deed er niet meer toe. 'Die kom ik de volgende keer halen.' Dalila maakte aanstalten weg te lopen toen Fatiha thuis kwam. Ze stond in de deuropening en had dezelfde blik in haar ogen als haar vader had gehad: ze dacht een spook te zien. 'Hallo Fatiha, bevalt het je hier, in het huis van mijn moeder?' Ze wilde het niet. Ze wilde niet formeel en terughoudend zijn. De woede die in haar borrelde was alles behalve formeel en terughoudend. Ze kon de vrouw niet uitstaan. Ze had haar moeder nooit het respect getoond dat ze zo verdiende. 'Ik kan merken dat je terug bent,' zei Fatiha stijfjes. 'Ik ben blij dat je dat hebt gezien.' 'Wat kom je hier doen? Je moeder is overleden.' De vrouw was ongevoelig dacht Dalila. Als ze het niet had geweten van haar moeder, had ze haar wereld nu zonder enige wroeging op zijn kop gezet. 'Ik zou heel erg met uw woorden uitkijken mevrouw.' Rayan liet van zich horen. Fatiha staarde hem met grote aan. 'En wie ben jij?' Rayan negeerde haar vraag. 'Je moet heel goed weten dat ik het niet toleer dat je zo tegen haar spreekt.' Fatiha keek hem met nog grotere ogen aan. De jongen had wel lef! 'Wie denk je wel in vredesnaam dat je bent.' Rayan keek haar dreigend aan. Fatiha kromp ineen. De jongeman was niet van plan zich uit het veld te laten slaan. Hij zou niet met zich laten spotten. Dalila keek naar Rayan op. 'Ik ben hier klaar,' fluisterde ze, en richtte zich toen op haar vader. 'Het spijt me dat het zo heeft moeten lopen beba. Ik wens u, geloof het of niet, het beste toe. En jij Fatiha... Ik hoop dat je op een dag krijgt wat je verdient.' Fatiha wilde wat zeggen, maar hield haar mond bij het zien van de dreigende blik van Rayan. Zij aan zij liepen Rayan en Dalila naar buiten. Rayan startte de auto en reed weg. Een paar minuten later parkeerde hij de auto langs de weg. Hij wende zich tot Dalila en pakte haar hand vast. 'Ik ben trots op je.' 'Echt?' vroeg ze. Hij glimlachte. 'Reken maar. Je was sterk. Je hebt laten zien wat voor kracht er in je schuil gaat.' 'Bedankt,' fluisterde ze. 'Zonder jou had ik dit niet gekund.' 'Dat had je wel.' Ze schudde haar hoofd. 'Op het moment dat jij binnenkwam voelde ik me opeens een stuk sterker.' 'Je vindt het dus niet erg dat ik me ermee bemoeide? Ik twijfelde namelijk heel erg of ik dit wel moest doen.' Ze glimlachte. 'Ik ben blij dat je het hebt gedaan. Ik was blij met je steun. Het gaf me net die extra kracht.' Haar woorden raakte hem diep. Hij pakte haar andere hand vast en kuste haar knokkels. 'Je komt hier wel doorheen Dalila, hier ben ik van overtuigd. Je moet jezelf absoluut niet onderschatten. Je kunt dit, hier twijfel ik voor geen moment aan.' 'Het is lief dat je dat zegt.' 'Nee, het is de waarheid.' Ze glimlachte. 'Ik blijf het zeggen Ranislanski, je kunt verdomd aardig zijn.' Hij glimlachte en drukte een kus op haar mond. Ze legde haar hand op zijn kaak. 'Laten we naar huis gaan,' zei ze zacht. Het woord verwarmde hem, thuis... Hij was blij dat hij haar een thuis kon bieden. 'Ja, laten we dat doen,' zei hij en startte de auto. Het eerste dat Yasmin deed toen ze Dalila zag, was haar armen om haar heen slaan. 'Hoe ging het?' vroeg ze. 'Hij was ervan overtuigd geweest dat ik ze niet meer op een rijtje had.' Yasmin keek haar geschrokken aan. 'Lieverd toch, en nu?' 'Nu niks, mijn vader is ervan overtuigd dat hij het beste besluit had genomen. Hier kan ik nog mee leven, maar hij heeft nu gezien dat ik niet gek ben, maar hij blijft bij zijn woorden.' Yasmin gaf een kneepje in haar hand. 'Ik heb ook Fatiha gezien.' 'En?' 'Ach ja, ik kan de vrouw schieten. Ze haalt me het bloed onder de nagels vandaan, maar dat is niks nieuws.' 'Hoe ging het verder? Kon je het een beetje volhouden?' Dalila's blik ging naar Rayan. 'Ja, dankzij die broer van jou ging het. Hij weet me af en toe te verbazen.' Yasmin moest lachen. 'Onze Rayan is een kanjer,' zei ze toen. 'Het is een kei van een broer.' Rayan woelde door Yasmin's haar. 'En jij bent een kei van een zusje.' Ze glimlachte naar hem. 'Wat kan ik nu voor je doen?' vroeg Yasmin aan Dalila. Deze glimlachte. 'Precies wat je nu doet. Luisteren en er gewoon zijn, dat is meer dan genoeg.' 'Het wordt op een dag beter Dalila, hier moet je vertrouwen in hebben.' 'Ja, dat besef begint te landen. Ik begin in te zien dat het leven nog veel voor me in petto heeft...' Op het moment dat ze woorden uitsprak ontmoette hun blikken elkaar. Ze wisten het beiden. Ze wisten beiden dat het lot wellicht grote plannen met ze had. Plannen waar geen van hun zich nu bij wilden neerleggen...

Like a child Deel1 #VoltooidWhere stories live. Discover now