141

2.4K 72 0
                                    

Wat vooraf ging... 'Ik ga hier niet naar luisteren.' 'Dan moet je dat vooral niet doen.' 'Nee, en dat zal ik ook niet doen.' Rayan keek hij na, met pijn in zijn ogen. Ze had hem gekwetst. Ze had hem op zijn ziel getrapt. Klaarwakker staarde ze naar het plafond. Hij had niets laten veranderen. Haar kamer zag er nog precies hetzelfde uit. Waarom? Ze kon nu niet meer terug, ze moest dit volhouden, voor hem, hoe pijnlijk het ook was. En het was pijnlijk. Het deed ontzettend veel pijn dat ze niet bij hem kon zijn. Het deed ontzettend veel pijn dat hij haar zo kil behandelde. Ze begreep het wel. Zijn reactie was in feite meer dan begrijpelijk. Ze had hem zonder een woord te zeggen verlaten. Dalila toch, het leven zal nooit meer hetzelfde zijn dacht ze. Het leven zal nooit meer zijn wat het was. Er was zoveel gebeurd. Ze dacht nog iedere dag aan Jordan en Rediouan. De beelden zou ze ook niet snel kwijtraken. Ze dacht nog iedere dag aan de angst die ze had gevoeld op het moment dat Rayan was geschoten en het was die angst dat haar sterk hield. Na een paar uur draaien gaf ze het op en ging in haar badjas gekleed naar beneden. In het donker zat ze aan het keukenaanrecht. Haar kin rustte in haar hand. Ze bracht het glas water naar haar lippen en nam een slok. Wat doe ik hier eigenlijk? Waarom ben ik hier? In zijn huis. Hiermee maak ik het mezelf toch alleen maar moeilijker. Het eerste dat ik straks ga doen is op zoek naar huis zei ze tegen zichzelf. Die gedachte beurde haar gelijk een beetje op. Het was niet dat ze weg wilde. Ze wilde blijven, wanhopig graag, maar ze kon niet blijven, dat was onmogelijk. Ze veegde haar haar uit haar gezicht en stond op. Op weg naar de deur botste ze tegen een grote gestalte op. Haar ogen schoten omhoog en ontmoette de zijne. Haar handen rustte op zijn blote bovenlichaam. Ze keken elkaar aan. De tijd leek stil te staan. Ze stonden dicht tegen elkaar aan. 'Wat doe jij hier zo laat?' Zijn stem klonk vreemd schor. 'Ik ehh, kon niet slapen. Jij?' 'Hetzelfde als jij.' Er viel een stilte. Zijn blik boorde zich in de hare. Ze herinnerde zich dat ze haar handen nog altijd op zijn borstkast hield en trok zich als gebrand terug. Hij greep haar pols vast. Zacht fluisterde hij haar naam. Met een gekwelde blik keek hij haar aan. Er trok vervolgens een schaduw over zijn gezicht. Hij liet haar los en deed een paar stappen naar achteren. 'Wat ben je van plan te gaan doen?' vroeg hij. 'Ik ga morgen op zoek naar een huis.' 'Je weet toch wel dat het niet zo gemakkelijk is om een huis te vinden?' 'Natuurlijk.' 'Wat ga je in de tussentijd doen?' 'Ik ga bij mijn vader logeren.' Rayan knikte. Waarom haatte hij het om die woorden te horen? Stomme vraag Ranislanski. Je wilt namelijk helemaal niet dat ze weg gaat. Je wilt dat ze blijft, bij jou. 'Ik ga maar slapen,' onderbrak Dalila de gespannen stilte. Rayan reageerde niet. Ze liep de keuken uit en ging naar haar kamer. Stomkop schold ze zich uit. Wat wil je dan? Wil je dan dat hij je smeekt te blijven? Dit is juist de reden dat je niets hebt gezegd, juist omdat je niet wilde dat hij je zou overhalen te blijven. De volgende ochtend ging Dalila naar het ziekenhuis. Ze trof daar Fatiha aan. Met een beleefd knikje groette Fatiha haar en stond daarna op. 'Ik zal jullie de ruimte geven.' Jamal en Dalila keken haar na. 'Ik heb niet meer zo'n hekel aan haar,' zei Dalila en ging zitten. 'Dat is ook niet nodig,' zei Jamal. 'Ze is niet de meest gemakkelijke vrouw, maar ze bedoelt het wel degelijk goed.' 'Ik heb het nooit gevraagd omdat ik dat niet durfde. Waarom ben je zo snel na yemma hertrouwd?' Gespannen wachtte Dalila op zijn antwoord. 'Omdat ik eenzaam was.' Het antwoord was zo simpel dat ze het zelf had kunnen bedenken. 'Ik was eenzaam en je tante en ik begrepen elkaar. Het verlies van je moeder was voor beiden een grote klap. Je moet weten dat je moeder en je tante het goed hadden gemaakt.' 'Echt?' vroeg Dalila met trillende stem. Jamal glimlachte en knikte. 'Daar ben ik dan blij om,' zei Dalila tenslotte. 'Wanneer mag je naar huis?' 'Over een paar dagen.' Dalila glimlachte. 'Heb je er bezwaar tegen als ik voor een tijdje bij je kom logeren, totdat ik iets voor mezelf heb gevonden?' 'Bezwaar? Je bent mijn dochter, natuurlijk niet! Mis je hem niet, Jordan, je andere vader?' Haar keel werd dichtgeknepen. 'Ik denk iedere dag aan hem,' zei ze zacht. Jamal glimlachte. 'Dat is goed lieverd. Ik vind het geweldig dat je bij me komt logeren, maar waarom wil je daar zo graag weg? Ik dacht dat je het fijn had.' 'Dat was ook zo,' zei ze met zachte stem. 'Maar het is niet gepast.' 'Waarom ben je bij hem weg gegaan?' 'Omdat dat beter is.' En dat was ook het enige dat ze er kwijt over wilde. Jamal knikte begrijpend. 'Wanneer trek je bij me in?' vroeg hij. 'Zo snel mogelijk,' antwoordde ze glimlachend. Haar ogen stonden echter dof. Zoekend keek Rayan om zich heen. 'Ze is naar haar vader,' reageerde Yasmin die in de keuken zat. 'En waarom denk je dat ik naar haar op zoek ben?' Met opgetrokken wenkbrauwen keek Yasmin hem aan. 'Trek mijn intelligentie niet in twijfel Rayan. Ik ken je langer dan vandaag, maar nu wil ik wel weten wat je van plan bent te doen.' 'Hoe bedoel je?' 'Je weet best wat ik bedoel.' 'O, je bedoeld of ik van plan ben haar te smeken bij me terug te komen. Het antwoord is nee. Ik ben niet degene die ervoor heeft gekozen weg te gaan, dat was zij, niet ik.' 'Daar had ze haar redenen voor Rayan.' Met een ijzige blik keek hij haar aan. 'Geen enkele reden is voor mij goed genoeg. Ze is weg gegaan omdat ze dat zelfs wilde.' 'Dus jij gelooft niet dat ze van je hield?' Hier wist hij geen antwoord op te geven. Triomfantelijk keek Yasmin hem aan. Naderende voetstappen deden beiden opkijken. Dalila kwam de keuken binnen. Rayan zoog haar verschijning in zich op. Ze was beeldschoon. 'En?' vroeg Yasmin. Dalila glimlachte. 'Hij mag al over een paar dagen naar huis.' 'Wat goed,' zei Yasmin. Dalila lachte. 'Dat vond ik ook.' Haar blik vond die van Rayan. Hij stond tegen het aanrecht geleund en keek naar haar. 'Richard wilde graag weten of je zijn huis wilde inrichten?' vroeg hij kalm. Met grote ogen staarde Dalila hem aan. 'Dat meen je niet.' 'Jawel, hij heeft gezien wat je hier hebt gedaan en hij is erg van je onder de indruk.' 'Dat is een mooi compliment.' 'Sommigen dingen zijn nu eenmaal feiten,' zei Rayan droog. Natuurlijk, dat was ooit. Het was ooit dat hij haar talent de hemel in had geprezen.
'Zeg maar tegen hem dat ik het graag doe.' 'Daar zal hij blij om zijn. Ik geef je zijn nummer zodat jullie over je salaris en dergelijke kunnen praten.' 'Ik doe het graag voor hem.' 'Wat is het toch met jou!' barste Rayan los. 'Ga je ook zo bij je werkgever reageren wanneer hij over geld begint. Nee, ik hoef het geld niet, ik doe het graag.' Bevreemd keek Dalila hem aan. 'Nee, dat is anders. Ik ken Richard en ik mag hem graag.' 'Net zo graag als jij mij zeker mocht toen je weigerde geld van mij aan te nemen.' 'Dat was anders,' zei Dalila zacht. 'Dat is waar, want dat was ik namelijk.' Waarom deed hij dit? Waarom haalde hij oude koeien uit de sloot? Het deed alleen maar pijn. Het beste was om los te laten en verder te gaan. Alleen was dat gemakkelijker gezegd dan gedaan. 'Ik ben over een paar dagen weg,' zei ze en keek hem hierbij in de ogen aan. 'Ik zal je niet langer tot last zijn als strikt nodig. Ik voel er alleen weinig voor alleen met Fatiha in één huis te wonen zonder mijn vader erbij.' 'Je doet maar,' reageerde Rayan kil. 'Ik merk het niet.' Hulpeloos keek Yasmin van de één naar de ander. Waren ze dan van plan elkaar te blijven kwetsen? 'Ik ga aan het werk,' zei Rayan en vertrok. Wat een lachertje dacht hij. Hij was zich juist bewust van elke stap die ze nam. De gedachte aan haar liet hem niet meer los. Met grote ogen staarde Kathy hem aan toen hij vroeger dan normaal naar huis ging. Hij kwam thuis en trof haar met een deken om zich heen geslagen op de bank. Het zag er zo huiselijk uit. In gedachten zag hij zichzelf zijn koffertje neerleggen en haar in zijn armen nemen. Hun ogen ontmoetten elkaar. 'Hoe was het op kantoor?' vroeg ze gespannen. 'Druk. Heb je al met Richard gesproken?' 'Ik heb voor overmorgen met hem afgesproken.' Rayan knikte. Tijdens het eten heerste er een stilte. Yasmin schudde in gedachten haar hoofd. Konden mensen dan echt zo dom zijn vroeg ze zich af. Ach, het zou wel aan haar liggen. Het was de volgende dag. Dalila werd gebeld door Sofian die nog steeds in Spanje was. 'Hoe is het weer daar?' vroeg Sofian. Dalila keek naar buiten. 'Doe eens een gok.' 'Het is koud en het regent?' Dalila lachte. 'Hoe raad je het.' Ze spraken over koeltjes en kalfjes. Rayan liep langs haar kamer en ving een paar woorden van haar telefoongesprek op. 'Dat is goed Sofian. Ik bel je nog wel.' Het gesprek werd toen beëindigd. Het kookte bij Rayan. Wat moest ze toch van die hufter? Zou ze voor hem gevallen zijn? Zou hij haar kussen? Zou hij haar aanraken? Een waas van jaloezie kwam over hem heen. Zijn ogen schoten vuur. De gedachte dat hij haar aanraakte en dat zij dit toelaat maakte hem gek. Beelden van hun beiden samen teisterde hem. 'Jullie hebben nog contact zo te horen.' Geschrokken draaide Dalila zich om. 'Hoelang sta je daar?' 'Ik heb je niet afgeluisterd als dat is wat je bedoeld. Ik liep langs en ving een paar woorden op.' Rayan kwam de kamer binnen. 'Hoe is het met die goede oude Sofian?' O Rayan toch dacht ze. Waarom doe je dit? Waarom ben je zo wreed? 'Het gaat goed met die oude Sofian,' zei ze droog. 'Als je nu mijn kamer wil verlaten zou ik daar heel blij om zijn.' 'En wat als ik dat niet doe.' Hij kwam de kamer verder ingelopen en kwam tegenover haar te staan. Ze keek naar hem op. 'En wat als ik niet weg ga, dan wat?' Woedend keek ze hem aan. 'Ik gooi je er eigenhandig uit!' Rayan moest tegen zijn zin lachen. Dat was Dalila, temperamentvol. Ze gaf een harde beuk tegen zijn schouder. Haar ogen spuwde vuur. Hij maakte haar woedend. 'Wegwezen Ranislanski! Ik wil je hier niet hebben!' Ze begon tegen hem aan te duwen. Hij lachte nog harder. Dalila duwde nog harder. Het had geen enkel effect. Er kwam geen beweging in. Gefrustreerd keek ze hem aan. Er volgde nog een stoot. Rayan was geamuseerd. 'Die stoten van je worden steeds overtuigender.' 'We hebben ook vaak genoeg geoefend.' Er viel een oorverdovende stilte na haar woorden. Ze keken elkaar aan. Dat had ze helemaal niet willen zeggen. Ze wilde helemaal niet voor een ongemakkelijk moment zorgen. Ze wilden niet gekweld worden met herinneringen aan wat ze ooit hadden gehad. 'Je hebt gelijk. We hebben vaak genoeg geoefend.' Aan zijn toon kon ze horen dat hij zich van haar afsloot. Het moment was verdwenen. Ze keken beiden naar buiten. Het ging harder regenen. Het weer werd steeds onbehaaglijker. Nee, dacht ze. Daar wil ik niet aan denken. Ik wil niet denken aan onze allereerste kus. Ik wil niet denken aan die gepassioneerde kus die we in de regen hadden gedeeld... Haar blik vond die van hem. Hij herinnert het zich ook dacht ze met een schok. De regen, de tuin, haar zachte lippen, en zijn hart die ze voor eeuwig voor zich had gewonnen. Zijn blik liet de hare niet los. Hij was terug in de tijd. Hij was terug in het moment. De grote groene ogen hadden hem woest en hulpeloos aangekeken. Het is onvermijdelijk had hij tegen haar gezegd. Ze had wanhopig met haar hoofd geschuwd. Hij had gelijk gehad. Het was ook onvermijdelijk geweest. Hij keek naar haar. Ze hield haar mobieltje tegen zich aan geklemd. Hij kwam weer met beiden benen op de grond terecht. Ze had zojuist met hem gesproken. Wat zouden ze allemaal tegen elkaar zeggen? Wat zouden ze allemaal doen? Kwel jezelf toch niet met deze gedachtes Ranislanski. Laat het toch los. Ga toch verder met je leven. Hun blikken hielden elkaar vast. Zacht sprak ze zijn naam uit. Hij dreigde zich te verliezen in die ogen. Die blik vormde een gevaar voor hem. Hij raakte het niet kwijt dacht hij. Hij zou het nooit kwijt raken. Hij zou het beschermerinstinct die hij voor haar voelde nooit kwijt raken. Met een wanhopige blik in haar ogen keek ze hem aan. Hij keek strak terug. Hij moest hier weg dacht hij in paniek. Hij moest ontkomen aan die grote groene ogen voordat ze hem fataal zouden worden. 'Ik zal je niet langer met mijn aanwezigheid kwellen. Ik ben weg.' Hij gaf haar niet de kans te reageren. Dalila keek hem hoofdschuddend na. Het werd steeds moeilijker om met hem in dezelfde ruimte te zijn.

Like a child Deel1 #VoltooidWhere stories live. Discover now