34

3.4K 121 0
                                    

Wat vooraf ging... Ze voelde nu, na zoveel jaar, pas woede. Misschien was het nieuws dat haar vader was hertrouwd, met Fatiha nota bene, wel het duwtje dat ze nodig had. Het deed haar juist goed dat ze eindelijk de woede voelde waarvan ze had geweten dat deze aanwezig was, maar die zich nog niet eerder had laten zien. Het was namelijk meer dan logisch dat ze woedend was. Het was drie dagen geleden dat Dalila over het overlijden van haar moeder had gehoord. Yasmin was geweldig voor haar. In haar had ze een echte vriendin gevonden. In het verleden had ze genoeg vriendinnen gehad. Ze was vrolijk en energievol. Het hebben van sociale contacten ging haar net zo gemakkelijk af als ademhalen. In de inrichting was ze dit enthousiasme kwijt geraakt, maar nu voelde ze dat het terug kwam. Zelfs Rayan was erg vriendelijk. Als ze dacht aan alle keren dat hij haar had vastgehouden, kon ze er niet om heen dat ze zich geweldig had gevoeld. Het had geen zin haar ogen hier voor te sluiten, anders zou ze alleen tegen zichzelf liegen. Het voelde goed wanneer hij zijn armen om haar heen sloeg. Maar hij maakte haar ook in de war. Bij hem wist ze het nooit. Het ene momenten stonden ze als aartsvijanden tegenover elkaar, en zo waren er ook momenten waarin hij haar met die donkere ogen aankeek, en ze week van binnen werd. De pijn om de dood van haar moeder was moeilijk mee te leven, maar ze wist dat ze een manier moest vinden om hier mee om te gaan. Maar nu nog niet, nu was er het moment om te rouwen. Ze zou haar moeder als de liefdevolle vrouw herinneren die haar eenentwintig jaar lang had opgevoed, niet als de vrouw die samen met haar vader het besluit had genomen haar te laten opnemen. Inmiddels was ze vierentwintig en zag haar leven er heel anders uit als drie jaar geleden, en ook dit moest ze accepteren. En dit had ze nu gedaan. Deze acceptatie maakte het ook wat gemakkelijk verder te gaan, ze moest wel. Het was nu maanden geleden dat ze uit de inrichting was. Ze voelde nu pas dat ze weer ging leven. Dit huis, met de mensen erin, bracht haar vrolijke, warme, temperamentvolle karakter terug, zelfs hij... Wanneer ze bij hem in de buurt was stonden al haar zenuwen op scherp. Hij hield haar alert. Bij hem had ze het gevoel echt te leven... In gedachten verzonken liep ze de woonkamer binnen. 'Hallo,' klonk een onbekende stem. Met een ruk keek ze op. Er stond een jongeman tegenover haar die haar aandachtig opnam. Ze bekeek hem net zo aandachtig. Hij deed haar namelijk aan iemand denken: Rayan... Verward keek ze hem aan. 'Wie ben jij eigenlijk?' vroeg ze. Op dat moment kwam ook Yasmin de kamer binnen. Ze bleef stokstijf staan en staarde hun bezoeker met grote ogen aan. Ze kon niet stoppen met naar hem te staren. Hij kon niet waar zijn. Hij was terug... 'Zeggen we geen gedag meer zusje.' Yasmin ontwaakte uit haar trance en vloog hem om de hals. 'Issam!' riep ze uit. Hij lachte en sloeg zijn armen stevig om haar heen. Dalila keek met grote ogen toe. Wacht even, had hij Yasmin nou zijn zusje genoemd? Als dat zo was, was dit haar broer... Ze kon het niet geloven. Ze had nooit geweten dat Yasmin nog een andere broer had. Zijn naam was nooit ter sprake geweest. Yasmin en Issam lieten elkaar los. Yasmin hief haar hand op en streek over zijn gezicht. 'Je bent het echt.' Hij glimlachte. 'De enige echte.' Yasmin keek stralend naar hem op. Dalila keek nog altijd ongelovig toe. 'Volgens mij is de mooie dame een beetje ontdaan zusje.' Yasmin grinnikte. 'Die mooie dame is Dalila.' Issam glimlachte haar charmant toe. Het was een genot naar haar te kijken dacht hij. Zijn ogen namen haar van top tot teen op. 'Dus als ik het goed begrijp is dit je broer?' vroeg Dalila aan Yasmin. Deze glimlachte. 'Dat heb je goed gezien.' 'Oké, dan ben je dus het broertje, of de broer van Rayan?' vroeg ze aan Issam. Zijn blik werd hard. 'Het broertje. Ik ben twee jaar jonger. Laten we vooral niet vergeten dat Rayan de baas is.' Oké, dat was duidelijk dacht ze. Dit was geen fan van Rayan. Zijn broertje leek hem zelfs te verafschuwen... 'Dames, heeft iemand van jullie...' Rayan kwam binnen en klapte dicht toen hij het gezelschap bij elkaar zag. Zijn ogen vlogen naar Issam. Hij was terug, zijn broertje was terug... Rayan slikte een brok weg. 'Issam,' zei hij met een kalmte die hij helemaal niet voelde. 'Rayan,' zei Issam net zo kalm. Ze schudde elkaar stijf de hand. De broers stonden als vreemden tegenover elkaar. Dalila keek met grote ogen toe. 'Wat brengt jou hier?' vroeg Rayan. Koel keek Issam hem aan. 'Een hele subtiele manier me te laten weten dat ik niet welkom ben, grote broer.' De laatste twee woorden werden er met spot aan toe gevoegd. 'Leg me geen woorden in de mond Issam,' zei Rayan net zo koel. 'Ik vroeg me alleen af of yemma en beba weten dat je terug bent.' 'Dat weten ze. Ik heb toen besloten onze kleine zusje een bezoekje te brengen, of heeft meneer hier iets op tegen?' Dalila keek naar Rayan. Ze herkende het. Ze zag de woede die hij in toom probeerde te houden. Er hing een duidelijk spanning tussen de broers. Ze zag Yasmin radeloos voor zich uit staren. 'Ga nu geen onzin uitkramen. Ik zou je nooit bij Yasmin weghouden.' Issam glimlachte liefjes. Dalila voelde zich steeds minder op haar gemak. Er was hier iets duidelijk aan de hand. Iets waar zij niet van op de hoogte was. Issam wende zich tot haar. 'Ik was net met deze mooie dame in gesprek. Ze leek verbaasd te zijn dat ik je kleine broertje ben Rayan. Heb je haar dan niet ingelicht? Heb je je vrouw niet ingelicht dat ze een zwager heeft?' Dalila keek hem met open mond aan. Hij wist dus niet wie ze was. Hij dacht dat zij zijn vrouw was... Ze moest haar best doen niet in lachen uit te barsten. 'Ik ben zijn vrouw niet,' zei Dalila grinnikend. Issam keek haar met hernieuwde belangstelling aan. Rayan vernauwde zijn ogen. Hij herkende de blik. Hij wist wanneer zijn broertje was geïnteresseerd, en dit was hij nu absoluut. Yasmin stond erbij en ging zich steeds meer zorgen maken. Ze had zo gehoopt dat het nu, na zoveel jaar, beter tussen hen zou gaan, maar niks was minder waar. Ze stonden nog even vijandig tegenover elkaar. Dit stemde haar droevig. En de blikken die Issam Dalila wierp... Het voorspelde niet veel goeds. Wat is dan jouw rol hier?' vroeg Issam aan Dalila. Dalila draaide zich naar Rayan om. Recht in de ogen keken ze elkaar aan. Rayan knipoogde naar haar. Er verscheen een glimlach op haar gezicht. 'Dat leggen we je wel een andere keertje uit.' Issam keek van de één naar de ander. 'Nee, ik wil het nu weten.' Het kon hem niet zoveel schelen als hij als eisend kind overkwam. Zijn broer was hem altijd te slim af... Dalila keek Rayan verward aan. Hij ging achter haar staan en legde zijn handen op haar schouders. 'Maak je niet druk, ik ben bij je,' fluisterde hij. Haar hart miste een slag. Ze keek naar hem op een glimlachte. Rayan moest een brok wegslikken. 'En, komt er nog wat van,' zei Issam ongeduldig. Rayan keek hem kil aan. 'Verwacht geen bioscoop voorstelling broertje. Deze mooie dame,' hij draaide Dalila naar zich om en keek haar recht in de ogen aan, 'is Dalila Yasrin. De enige ooggetuige in de ontvoeringszaak van Yasmin.' Ongeloof verscheen op het gezicht van Issam. 'Wat zeg je?' vroeg hij ontdaan. 'Je hebt me wel gehoord.' Issam staarde Dalila met grote ogen aan. 'Dus jij weet wie Yasmin had ontvoerd...' 'Ik kan het me alleen niet herinneren.' Niet begrijpend keek hij haar aan. 'Zoals ze zegt Issam, ze kan het zich niet herinneren,' zei Rayan ongeduldig. 'Zo, mijn grote broer neemt het voor haar op. Waarom zegt iets me dat je haar tegelijkertijd ook verantwoordelijkheid houdt.' Hij raakte een gevoelige snaar, dit wisten alle betrokken. Issam zag de woeste blik in Rayan's ogen en glimlachte tevreden. Het was goed die broer van hem eraan te herinneren dat niet iedereen naar zijn pijpen danste. Issam wende zich tot Dalila. 'Ik kan je niet genoeg zeggen hoeveel dit voor me betekent.' Dalila glimlachte magertjes. 'Ik doe mijn best.' 'Daar ben ik van overtuigd.' Issam keek om zich heen. 'Wat ben je nu van plan te doen?' vroeg Rayan aan hem. 'Hoe bedoel je?' 'Zoals ik het zeg, wat ben je van plan verder te doen? Ben je voorgoed terug?' Issam lachte gemaakt. 'Weer zo'n hint, grote broer. Maak je niet druk, ik zal je niet tot last zijn.' Rayan zuchtte vermoeid. 'Je interpreteert mijn woorden expres verkeerd.' 'Nee hoor, ik ben gewoon realistisch.' 'Dat ben je niet, anders zou je wel inzien hoe fout je zit.' 'O natuurlijk, onze Rayan weet het natuurlijk beter.' De spanning was om te snijden. 'Houdt hiermee op,' zei Yasmin wanhopig. 'Jullie alle twee.' 'Maak je niet druk zusje, ik wil onze Rayan alleen maar duidelijk maken dat hij geen last van me zal hebben.' 'Wat voor onzin is dat nou weer, je komt bij het bedrijf werken.' Issam's ogen werden hard. 'En wat maakt jou daar zo zeker van?' Rayan haalde zijn schouders op. 'Dat doe jij zelf. Ik weet dat je dat graag wilt, en bovenal, je hoort daar.' Even wist Issam niet wat hij moest zeggen. Hij herstelde zich echter snel. 'Nu moet je het nog zeggen en het dan ook menen.' 'Dat doe ik, en diep van binnen weet jij dat ook.' Hier had Issam niks op te zeggen. Dalila was niet blind voor datgene dat er tussen hun speelde. De broers stonden niet op goede voet met elkaar. Wat zou er gebeurd kunnen zijn waardoor dit zo is? Wat heeft er tussen hun afgespeeld? Dalila keek naar Rayan. Ze zag pijn in zijn ogen. Hier schrok ze van. Hij stond blijkbaar niet zo ongevoelig tegenover zijn broertje als hij wilde voordoen. Ze kende de blik en wist absoluut zeker dat hij net zoveel van Issam hield als van Yasmin. Maar waarom konden ze het dan niet goed met elkaar vinden? 'Trek je bij yemma en beba in?' vroeg Yasmin om iets aan de pijnlijke stilte te doen. Ze vond het vreselijk. Ze vond het vreselijk dat haar twee broers, die ze beiden aanbad, op zo'n slechte manier tegenover elkaar stonden. Het deed pijn. 'Nee, dat ben ik niet van plan. Ik trek tijdelijk bij Rediouan in.' 'Je kunt ook hier blijven,' zei Rayan. Issam trok zijn wenkbrauw op. 'Alsof je dat meent, maar goed, ik zeg nee. Ik trek een tijdje bij Rediouan in totdat ik iets voor mezelf heb gevonden.' Rayan knikte en wende zijn blik van hem af. Zijn ogen vonden die van Dalila. Deze keek hem bemoedigend aan. Hij knipoogde naar haar. De blikken tussen hen ontginnen Issam niet. 'Nou mensen, dan stap ik maar op.' 'Wanneer zie je weer?' vroeg Yasmin. 'Heel snel zuster lief, heel snel.' Hij gaf haar een stevige knuffel. 'Wanneer kan ik je ook kantoor verwachten?' vroeg Rayan hem. 'Op en top de zakenman. Je ziet me morgenochtend vroeg.' Rayan knikte. Issam richtte zijn aandacht daarna op Dalila. 'Het was prettig kennis met je te maken mooie dame.' Hij pakte haar hand vast en drukte hier een kus op. Rayan vernauwde zijn ogen tot spleetjes. Het beviel hem absoluut niet waar Issam mee bezig was. De glimlach op Dalila's gezicht beviel hem evenmin. 'Ik vond het ook prettig kennis met jou te maken,' zei ze. Issam glimlachte haar een laatste maal toe en verliet toen de kamer. Rayan ging bij het raam staan en staarde naar buiten. Issam was dus terug. Wat nu...? Hoe ging hij om met de haat van zijn broertje? Hij sloot zijn ogen en probeerde op deze manier de bekende pijn uit te blokken. Hij vond het vreselijk dat Issam hem haatte. Het deed pijn. 'Rayan,' zei Yasmin zacht. Glimlachend draaide hij zich naar haar om. 'Beloof me dat jullie elkaar niet in de haren zullen vliegen.' 'Ik beloof je dat ik het zal proberen Yasmin, meer kan ik niet doen.' Ze knikte en omhelsde hem. Daarna liep ze de kamer uit. Rayan en Dalila bleven alleen achter. 'Verbaasd?' vroeg hij aan haar. 'Heel erg, ik wist niet dat jullie een broertje hadden. Zijn naam is nooit gevallen.' 'Dat komt omdat Issam en ik niet goed met elkaar overweg kunnen zoals je hebt gezien.' 'Dat viel niet te missen, nee.' 'Zijn bestaan is nooit een geheim geweest Dalila, maar omdat we niet goed met elkaar kunnen opschieten vermijdt iedereen het pijnlijke onderwerp liever.' 'Ja, dat kan ik begrijpen. Vooral wanneer ik Yasmin zo zie.' 'Ja, ze heeft het erg moeilijk mee.' 'Dat is te begrijpen, jullie zijn haar broers.' 'Mijn ouders doet het ook pijn, maar Yasmin heeft het er het moeilijkst mee.' 'Moeilijker dan jij.' Verbaasd keek hij haar en knikte toen. 'Je bent erg opmerkzaam mevrouw Yasrin, en om antwoord op je vraag te geven... Ik weet het niet. Issam is ervan overtuigd dat ik erop uit ben zijn leven te ruineren.' Hij liep bij haar vandaan en ging bij het raam staan. Dalila wist niet zo goed wat ze tegen hem moest zeggen. Hij is zo sterk, maar hij is ook maar mens dacht ze toen. Hij is zo sterk en moedig dat ze af en toe het idee heeft dat hij een superheld is, maar als het erop aankwam konden degene van wie hij het meest hield hem net zo pijn doen als dat bij alle anderen het geval zou zijn. Aarzelend liep ze naar hem toe en legde haar hand op zijn schouder. 'Je houdt van hem, dat is overduidelijk,' zei ze zacht. Haar aanraking bood hem troost. Hij draaide zich naar haar om en omvatte haar gezicht. Teder drukte hij een kus op haar voorhoofd. Er voer een prettige huivering door haar heen. 'Dank je,' zei hij zacht. 'Waarvoor? Ik heb helemaal niks gedaan.' 'Je begrijpt me, dat is meer dan genoeg.' Hij gaf een kneepje in haar hand en liep toen de kamer uit. Ze keek hem na. Het liet haar niet koud hem zo te zien. Het is overduidelijk dat hij zielsveel van zijn broertje houdt, maar waarom ziet het broertje dit zelf niet?

Like a child Deel1 #VoltooidOù les histoires vivent. Découvrez maintenant